Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



die me het genoegen wil doen d’r ook te kommen.-Hoeveel keer moet je het nou nóg horen ?’-‘Waar heb je ’r gezien ?’-cZe liep in de Kalver-straat met nóg een dame. Je hebt de groeten van m’n vriend van Prot zei ik, om een praatje te maken.’ cHébik jou wat opgedragen ?’-cO, was het soms niet goed. Ik dacht nog wel héél goed te doen. Toen zei zij: wat is dat voor iemand ? Toen heb ik je natuurlijk zwart gemaakt. Toen zei zij dat ze je zo’n nette jongen vond en dat ze wel eens verder wou kennis maken. Kom dan vanavond in de Slok zei ik. Goed zei ze, om half elf. Als je me bedondert zeg ik, ben ik eeuwig kwaad op je.’-cNou ’t is half elf/ -cHet is d’r nog viér minuten voor. Wat ben jij ongeduldig. Kommen de vrouwen niet altijd te laat ?’-£Ik hou niet van wachten. Je moest voortaan zulke afspraakjes niet meer maken,’ zeg ik uit mijn humeur.-cDa’s me dank! Heb je niet gezegd dat je d’r een móóie vrouw vond?’-‘Wat zegt dat? Je hoeft m’n woorden niet als goud te wegen!’-cWord je nou nijdig, omdat zij er nog niet is ?’-‘Nee, nee, nee! Maar ik doe niet graag móéite voor een vrouw. Als ze je voor niks laten komen, krijg je het gevoel van een Hogere-burgerschool-jongen, die aan het scharrelen is en door het dienstmeissie uitgelachen wordt.’-‘Jij ben in alles pedant.’-‘... Wacht es! Is ze daar niet?’-‘Waar?’-‘Links van de leestafel. Met die gele hoed?’-‘Nee. Zo dik is ze niet.’-‘Laten we dan maar weggaan.’-‘Nog vijf minuten.’-‘Nee. Wachten is het beroerdste dat ik ken.’-‘Ik kan wel zien dat jij weinig afspraakjes maakt.’-‘Wel mogelijk. Ik begin er te oud voor te worden.’-‘Ddt maakt je melancholiek.’-‘Beste jongen, word er nou niet kwaad om, maar van mijn melancholie snap jij geen bliksem.’-‘Ik snap er zo veel van,’ zegt Karel, geprikkeld, ‘dat als jij een vrouw had, je minder aan allerlei ónzin zou denken!’-Ik antwoord niet. Wat gaan mij zijn platte beschouwingen aan! Zenuwachtig kijk ik naar de klok, naar de deur, trommel met de vingers op tafel.-‘En of je je nou maar zo houd,’ zegt hij weer, ‘jij wil wat graag verder kennis maken. Jij bent net zo ijdel als élk ander man. O zo.’-‘Ik geloof niet dat ik dié soort ijdelheid heb.’ - ‘Waarom had je er dan zoveel plezier in, toen ik je zei dat ze je een nétte jongen vond?’-‘D’r ligt me niet dat an gelegen. Voor mijn part vindt ze me een patser.’-‘Jij wil altijd anders!’-‘Ga je mee?’-‘Aannemen!’-‘Uit ons humeur gaan we de Slok uit. Hij, omdat ie een mal figuur slaat met z’n afspraakje-ik, om de gebroken avond en óm, en óm, en óm ijdelheidsredenen. Dat voel ik wel. Als ik er buiten denk te staan, lxég ik. -‘Ga je mee naar Mast?’ ‘Nee. Strikjes. Ik heb om half twaalf een afspraak met Scherp, die me wat voor moet lezen.’-‘En dis Georgine gekomen was ?’-‘Dan had ik hém laten wachten.’-‘Kom je zéker bij Mast ? -‘Ik denk het wel.’-‘Nou, tot straks dan.’-‘Adi.’ In het hoekje achter de

34

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.