Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



gootsteen.

‘Afdrogen!5 zeg ik. Karel is beroerd lui.

‘Afdrogen ? Al het vet zit nog aan de schaal.5

‘Dat is niks. Dat moet je er verder met de doek afwrijven. Daar dient het

afdrogen voor.5

‘Waar hangt de doek ?5

‘Naast de bezem. Schiet nou wat op!5

‘Daar ben ik te vies van. Die neem ik niet in mijn handen,5 zegt hij vieze-rig als een bakvisje.

‘Hij is schóón van gister.’

‘Het is een oud hemd. Dank je! Afdrogen met een ding dat voor je jongeheer gehangen heeft! Nee hoor!’

‘Wat zou dat ? Het is toch gewassen! Schiet op!5 ‘Wat bén jij toch een luizige smeerlap!5 ‘Droog maar af!5

Bij een van de mouwen pakt hij het hemd voorzichtig beet, begint te drogen.

‘Harder wrijven! Je laat de boel kletsnat.5 ‘Ik ben er vies van.5

cJe zult het je hele leven zo zindelijk hebben als hier, bakvis!’ scheld ik.

In vijf minuten zijn we klaar, is alles opgeborgen in de keukenkast, zet ik thee in een veelmaals gebarsten trekpot zonder oor, een trekpot om te zoenen, een heerlijke, taaie trekpot, een grauw-oude, zwart-door-aderde trekpot die nooit leeg is, dadelijk weer gevuld wordt als het ouwe sop er uitgaat, die thee van alle prijzen heeft gekend, meesjokte van de ene kamer naar de andere, die je lief gaat krijgen om z’n lelijkheid, z5n gebrokenheid, een trekpot waarvan je in later jaren nog precies de vormen weet, precies de grote zwarte scheuren, de bruine kneuzingen waar schilfers hebben losgelaten, waarvan je je hele leven door, de zonderlinge herinnering meeneemt aan iets dat na heeft gestaan aan je levendste ogenblikken van kamertjes-doen. Theeleuten begrijpen hier natuurlijk geen bliksem van.

Bij de dampende koppen rusten we uit. Ik met een pijp, hij met een sigaar. Alle dingen hebben vage omtrekken in de zware avondschemering. Méér massief lichten witte banden van boeken bij het raam. Een kind van de zwangere buurvrouw-no. 43 (ik ken dat geluid)-grient met lange drenzende nagalmen. Aan de overzij wordt door mensen van het heilsleger bij een orgel gezongen. En wat jongens spelen in de straat.

Karel hangt achterover in zijn stoel. Ik zie de omtrek van zijn hoofd, wat

16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.