Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



gluurde door de balletjes van het neergelaten gordijn. De juffrouw-vanboven, de juffrouw-met-de-scheve-nek, de juffrouw-van-drie-hoog, de wasvrouw én de dikke vrouw van no. 43, van wie mén vertelde-ja, nou hoor je es!-dat ze zéven kinderen had van een man met wie ze mét getrouwd was, stonden te redeneren, te kletsen, te konkelen met de loper (die ik tussen haakjes inderdaad geméén behandeld had).

Kokend luisterde ik toe. Later kun je wel om zulke gebeurtenissen lachen maar op het ogenblik zelf, in een prikkelbare bui, zou je graag zo’n lieve bende met een straal van de waterleiding uit elkaar spuiten.

De loper haalde uit z’n portefeuille mijn kwitantie. Daar ging mijn reputatie nóg meer.

‘Hier sie je ?t... Een hoed van jannewarie.’

‘Van jannewarie! Die afsetter!’ zei no. 43.

cGod, god van jannewarie!... De mense bij het jaar late lope om vijf gul-des!’

‘Waarvoor betaalt ie je nóu niet!’

‘D’r is d’r een, die belt alle morges om tien uur... alle morges! Die laat ie maar belle!’ zei de juffrouw-van-de-volle-plee, en vervolgde ze halfschreeuwend tot de scheve nek:

‘Wil jij nou goddomme es ruike of ik me plee mot late doorsteke?... Elleke morgen en elleke avond gooi ik d’r twee emmers water door!... Jij hebt het gehóórd, niet?’

‘Kom, mens, wees wijzer! Daar ken je ?m niks voor doen. Een plee da’s geen buregeruch.’

‘Bel nóg maar es... As die het lef heit om z’n pote nog es uit te steke neem je getuige...5

‘De bakker mot over de feertig gulde van ’m hebbe. Die afsetter! Af-setterrrr!’

‘Nou, en de kruienier? Twee maanden lang het ie niks dan blikkies sal-lem en serdientjes gefrete! Ga maar es hore bij De Haan. Die wacht een ferreljaar!... Sallem en serdientjes! Warrem freten freet ie niet!’

‘Kom, ben jij nou een kerel ? Ik sal es voor je belle! En as die weer slaat dan sla je 5m werom op sijn smoel!5 Ring! Ring-ring-ring-ring!

Ringringring!

Ring-ring-ring-ring-ring! O! O! Dat géle hatelijke gelui!

Dat is het wijf van drie-hoog met het smalle, bleke gezicht en het vlashaar.

‘Nou sal die sich wel koest houe!5 ‘Bel nog es, Trui! So5n sodemieter!5

10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.