Kamertjeszonde

betwetende spot, armelijk-wijs door café-chantant ondervinding.

‘Nóóit.⁵

‘Ook niet als je verliefd werd op een meisje die niet anders wou ?⁵ ‘Nee.⁵

‘Oók niet als ze veel geld had ?⁵

‘Wat heeft dat er nou in godsnaam mee te maken ?⁵

‘Nou - ik vraag maar - zou jij zo⁵n vrouw waarmee je samenwoonde nooit

in de steek laten ? - Nooit ?⁵

‘Nooit.⁵

‘En as ze een lam humeur had, of elke middag je eten bedierf of je boel

verwaarloosde.⁵

‘Hahaha!⁵

‘Wat lach ie nou?... Wat vin ik dat Mtelijk dat lachen!⁵ ‘Nou ja.⁵

‘W&t nou ja... Daar motje toch allemaal an denken... En als je tussentijds op een ander verliefd raakt ?⁵

‘Dat is een ding waarover je niks kan zeggen, niks kan voornemen. Maar

het zou nooit een reden zijn om een laagheid tegenover je vrouw te doen.⁵

‘En as je niet meer van elkander houdt ?⁵

‘Dan ga je natuurlijk van elkaar af.⁵

‘En mot zo⁵n vrouw dan maar omkomen ?⁵

‘Wel nee. Dan blijf je eerlijk opdelen.⁵

‘En als jij niet meer van haar houdt en zij wél van jou ?⁵

‘Dan denk je... dan rómmel je wat in ouwe herinneringen... Hahaha!...

Maar wat wil je nou feitelijk, ganzekop!... Blijven die vragen niet net

hetzelfde voor mensen mét een kontrakkie ?... Kan een trouwklerk op het

stadhuis er antwoord op geven ? Denk je dat een man van je houen blijft,

omdat hij an je vastgebakken is? Huwelijk is huwelijk. Een papier kan er

niks aan doen.⁵

‘Dus jij zou zo⁵n vrouw trouw blijven ?⁵

‘Dan ben jij wel een uitzondering... En... als ze kinderen had.⁵ ‘Nou. Die bracht ze mee.⁵ ‘Meen je dathéüs ?⁵

‘Op mijn woord, dat wil zeggen: mijn woord is mijn woord.⁵ ‘God-God - als dat allemaal waar is - nee toe, wor nou niet boos - wat ben jij dan een góéie vent. En je liegt niet. Je heb zulleke-hoe zal ik het zeggen - zulleke ogen waarin je kan kijken.⁵ ‘Ik belieg je niet, Georgine.⁵

‘Koopje strakkies nou een andere hoed?⁵ - zei ze plots zonderling opge

107