bruik, geen smerige leugens om... wat van jou <gedaan> te krijgen. Je kent me zo weinig. Bij alles sta je met wantrouwen klaar. Je moet me gelóven. Als je me niet geloven wil, zal-ik er geen woord meer over vuil maken.5
‘Zou jij dan zo5n wonderman zijn?5 - zei ze glimlachend, superieur door ondervinding.
‘Hélemaal niet kind. Ik heb zes, zévenmaal kunnen trouwen. Ik kan toch een vrouw onderhouden als het nodig is. Denk je dat er niet hopen meisjes met geld klaarstaan ? Maar ik dóé het niet. Ik wil niet. Ik heb er mijn reden voor. Te veel om jóu te zeggen. De hoofdzaak is - lach jij maar -dat trouwen geen handelszaak is, waarvoor je een contract moet maken -dat er in de eerste plaats vertrouwen moet zijn. Als je een man niet volkomen vertrouwt, móét je niet met hem trouwen. Is het niet beter dat je uit vrije wil bij elkaar blijft, dan dat je je verkoopt ? Het blijft nou toch altijd een koop, niet? - een koop voor een mooi gezichtje, voor een bom centen, voor een naam, voor een titel! Ik trouw niet om kinderen te maken voor het dierbaar vaderland, voor het leger, voor de belasting. Ik trouw als ik van een vrouw hóü. Als ze bang is dat ik 5r in de steek zal laten moet ze maar verrekken! Excuseer mijn lieve uitval! - De maatschappij is bijzaak als ik een vrouw in me armen heb. En mijn kinderen -die trap ik dood als ze neerzien op d5r moeder, omdat de mensen rondom zo stom zijn! In dié dingen zal ik mijn leven inrichten, zoals ik het wil.5 ‘Dus jij wou enkel een mintenee hebben ?5 Dat woord sloeg me als koud water.
‘Nee, een vróuw.5
‘Zo5n meissie uitjouw stand ziet je kómmen!5 lachte ze.
‘Ik spreek niet van stand. Mijn stand verkoop ik voor één seconde geluk.
Waarom wil jij van je man af?5
‘Omdat ik de pest an hem heb.5
‘Wat heeft hij dan an z5n contract ?5
‘Da5s waar.5
‘Als jij van hem hield, zou je hem niet bedriegen.5 ‘Ik bedrieg hem niet.5
‘Nee, ga nou maar niet door. Da5s bijzaak. Ik wou je alleen maar overtuigen dat Stadhuis onzin is voor éérlijke mensen die van elkaar houen. Wie denk je dat elkaar bedriegen, de getrouwde met een kontrakkie of de lui die samenleven?5
‘Nou, wat ik ervan weet kommen de mannen veel meer bij d5r mintenee.5
‘Schei toch godverdomme uit met je geminteneer!5
‘Vloek zo niet, driftkop. Dus jij zou nooit trouwen?5 vroeg ze weer met
io6