Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



den en d’r stomme minachting toont voor wat Arm is, voor wat kijkt naar een verre horizon van blauw en wit, voor wat zich niet buigt, voor wat arbeidershanden heeft, voor wat niet blieft te springen als clown, door hun hoepel van rottende, stinkende doodskoppen, waaruit maaien kruipen, maaien van vet en bloed. Als ik profeet was zou ik mijn woord donderen op hun hoofden, in hun kleine, vergroeide hersens, zou ik ze om d’r oren slaan met hun testamenten, de huichelaars, de turfuitdelers, de godheidjes van toevluchtsoorden, de góéie christenen, die voor erwtensoep zorgen, voor ééns in de week erwten met speksaus, en ouwehoeren in doorgangshuizen met een bijbel in d’r ene en een traktaatje in d’r andere hand, die in de regentenbank zitten en schilderijen schenken aan de kerk en lid zijn van Liefdadigheid naar vermogen - die de aarde versjaggerd hebben onder elkaar, de aarde, het groen, de kolen, het licht, de lucht, de vrouwen. Ik zou ze... Lieve God... is het niet om luid uit te lachen, lü(d-uit aan het strand, waar watergeraas alle klank dooft - luiduit bij zo’n vette patsersbuik, die mager moet worden, bij anemische maagden die naar een ge-dis-tin-geer-de verzwabberde jongeling zoeken, bij rooie parasols met kanten, bij gelakte laarzen, bij huwbare, stiekem-verlangende meis-sies, bij dit verfoeilijk uitschot van een werkende maatschappij. - O, wat heb ik nog veel aan mijzelf te veranderen!

Nagekeken, begluurd liepen we langs de badstoelen.

‘Willen we boven op de duinen gaan zitten ?’ cAs ik me goeie japon niet an had.’

‘Zand bederft niet.’

‘Nee, geef mij maar een badstoel.’

Zo ver mogelijk wég, met de ruggen naar mondain Haagje, zaten we, soezend, kijkend. Moe van het vroegop zijn hing ik achterover, half-in-duttend. Zij deed het zelfde. Ik geloof dat we allebei geslapen hebben. ‘Zeg, Alf.’

‘Hé!’

‘Ik heb zo’n dorst.’

‘Wil ik wat druiven voor je gaan halen ?’

‘Graag.’

Gauw een half pond kopen, en gauw weer terug. Hé! Met wie is ze nou? Wat is dat! Als ze met mij uit is, komt het dan te pas...

‘Nou, bonjour!’

‘Dag Georgine.’

‘Wie was dat ?’ - vraag ik verwonderd.

‘Een kennis van me.’

‘Daar hou ik mks van.’

103

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.