‘Dan zal ik je d’r een kopen. Een dure krijg je niet.5
‘Dat kan me niet schelen.5
cNou hou ik nog eens zoveel van je.5
‘Daar doe ik wat mee!5
cBen je dan zo onverschillig ?5
cAls je me onverschillig was zat ik niet met je in een bakkie.5
cDat héb je met Jan en alleman gedaan.5
‘O Jezis ben je jaloers ?5
cIk heb geen rechten om jaloers te zijn.5
‘Wat zou jij doen als je réchten had ?5
cIk zou je niet meer laten zingen.5
‘Zou je dat heus niet ?5
‘Nee.5
‘Ik wou dat me man dat zeven jaar gelejen gezegd had.5 ‘Wou jij dan niet ?5
‘Nee. M5n moeder heeft hem óók nog gewaarschuwd. De vuilik vrat mee
van cente, die ik van here gezonden kreeg. Eens heeft hij een couvert
opengemaakt en er een bankie uit genomen dat er in lee.5
‘Van wie kreeg je dat geld ?5
‘Van... van... Wat doet dat er toe?5
‘Zeg je het liever niet ?5
‘Van een goeie kennis... Je hoeft me niet zo an te kijken... Het was van
een doodfatsoenlijke jongen... D5r heeft niks tussen ons bestaan... Die
wist dat ik armoe had.5
‘Wanneer ga je naar Amerika ?5
‘Ik ga d5r niet heen.5
‘En als bij wil?5
‘Ik heb zo de pest an die jood, hé!5 ‘Is het een jood?5
‘Ja. En wat een! We zijn alleen maar burgerlijk getrouwd. Kerkelijk, dat ging niet. Dan had ik jodin motten worden. Zeg, stel je es voor... een bad nemen met een hoop rabbies erbij... Wat een instelling, hé ?5 ‘Gaat dat zo?5
‘Dat hebben ze me gezegd... Nou je kan begrijpen wat voor een leven dat gaf met me schoonmoeder. Die heeft me eens in me gezicht gespoegd toen ze me op straat tegenkwam. Die smerige smousin, een vrouw te spoegen die zwanger is!5 ‘Vond je man dat allemaal goed ?5
‘Die was bang voor d5r. Die hing altijd an de kant van z5n familie. Ik denk dat ik tóch naar Amerika ga om de kinderen bij hém te brengen. Dan
IOI