Kamertjeszonde

‘Schei nou uit met je geklets. Zijn we gaan rijen om ruzie...⁵

‘We krijgen geen ruzie. Vin je het zelf niet lam als je nooit met elkaar

uitpraat ?⁵

‘Nou ja! Maar je mot ook niet zeggen dat ik lieg.⁵

‘Ik kan het zo moeilijk bewijzen. Ik zou wel kunnen zeggen dat je verhaal

van die baron met z⁵n oesters en champagne - weet je nog wel van de

Mijtelaar.⁵

‘Nee daar herinner ik me niks van.⁵

‘Dat verhaal was enkel opsnijerij of je vertelde de helft... Dat doe je dikwijls... Daar wil ik niet eens bij stilstaan.⁵ ‘Het lijkt wel of ik vol gebreken zit!⁵

‘Dat beweer ik niet... - waarachtig ik zeg het niet om je onaangenaam te zijn - zo schrikkelijk dikwijls als je praat merk ik aan een lach van je, aan een kijken van je ogen, aan een gebaar, aan hónderd dingen die je niet noemen kan, dat het niet waar is wat je zegt.⁵ ‘Jij ben de eerste die me zo iets zegt!⁵

‘Dat kan wel. Jouw vrienden doen net zo als jij. Die zijn alleen wat handiger. Die liegen béter.⁵

‘Noem dan es een voorbeeld - met je onzin!⁵

‘Da⁵s niet gemakkelijk. Je fantaseert terwijl je babbelt en gelooft zelf wat je verhaalt.⁵

‘Wat wor je weer verdomd vervelend,⁵ zegt zij uit de grond van haar hart.

‘Kijk nou bijvoorbeeld es naar je ringen.⁵

‘Nou?⁵

‘Die moest je toch niet dragen.⁵

‘Wel, alle-jezis!... Mag ik geen ringen dragen die ik zelf gekocht heb?⁵

‘Je hebt ze niet gekocht.⁵

‘Wil ik er een vloek op doen ?⁵

‘Doe dat niet. Want ik zou je toch niet geloven.⁵

‘Bij mijn zaligheid dat ik deze ring gekocht heb op de kermis in Den

Helder.⁵

‘Dat kan wel. Die heeft ook een valse steen. Da⁵s net de aardigste. Ik wou dat je die alleen aan had.⁵ ‘En die heb ik ook gekocht.⁵

‘Zo. En die gouden met het pareltje? Word nou niet kwaad. Is daar reden voor?⁵

‘Strakkies zal je nog beweren dat me knoppen...⁵ ‘Die moest je ook niet dragen. Dat dacht ik al die eerste avond bij Prot, toen ik achter je zat. Waarom draag je zulke valse prullen ? Wil ik je es wat zeggen ? Die twee gouwe ringen heb je van patsers - de knoppen van

99