Sofie. Natuurlijk juffrouw.
Agnes, (verbeterend)... Zuster — zie je toch!
Hope. Hindert niet. Heeft uw moeder nooit aan uw tante 'n woordje geschreven?
Sofie. Jawel juffr.... — zuster.
Hope. Uitstekend. Dat móét zekerheid geven — voor de erfenis — als u een of meer brieven bewaard heeft..
Agnes. .. Ja. Me hebbe d’r ’n berg van — uit Amerika, wat Fie?... Van ’96 en ’97 — as ze centean tante stuurde — en toe nog is een van ’99 — se-kuur hoor — twee negetjes naast mekaar — dat was de laatste.----
Sofie... Vergis je je niet?
Agnes... Nee hoor!.. D’r was vijftien dollar bij...
Hope Zouen wij die brieven ?
Dolf... Waarvoor?... Voor wat?
Dokter... Ja, zuster, is dat nóódig?
Hope... Nee. Dat is te omslachtig. We kunnen’t makkelijker af! (tot Dolf)... Heeft u den brief, die bij’t
testament van van kapitein van Reesen lag,
bij de hand, meneer?____
Schmidt... Voortreffelijk, zuster! Bravo! Ik begrijp uw bedoeling! — Ja, meneer Van Walden: die brief kan den doorslag geven, bijna volkomen.....
Dolf. (een la van het bureau opensluitend).. Ja, dien
205