Vreemde jacht

Titel
Vreemde jacht

Jaar
1907

Druk
1909

Pagina's
140



hebben, is goed en te begrijpen. Niet verder op doorgaan.

Mevr. v. Walden. Nee jongen. Hiér begint m’n schuld. Ik had twee jonge kinderen verlaten — de jongen drie, ’t meisje twee. En dat mag niet. Dat is zoo wreed, zoo misdadig — schaapjes op dién leeftijd, die op de móéder aan zijn gewezen. Nee — niet in de rede vallen! Niemand kan over zoo iets oordee-len. ’t Wordt ’n ding voor je geweten. Enkel voor je éigen geweten. M’n eerste man had ’t niet breed. Ze hebben armoe gekend — later. En nooit genegenheid, de stumpers. Als hij aan z’n werk was, werden ze door ’n meid verzorgd — vérzörgd. Drie, viermaal heb ’k geprobeerd met gèld te helpen — wou-ie niet. ’k Wou ze voor mijn rekening ’n opvoeding geven — wou-ie niet. Toen ’k eens de reis had gemaakt, om ze te zien, werd ’k ziek zooals ze ’r verwaarloosd uitzagen — ’t kleine lekkere meisje vooral — mijn dochtertje, als ’k ’t recht heb dat nu nog te zeggen. Op ’n dag — nee, maak je niet ongerust — ’t is zoo dood en ver — is ’t ventje overreden — ’n jaar later stierf ’t meisje — dat tengere, zwarte ding aan typhus — ongekookte melk. Dolf, m’n jongen — ’k heb m’n plicht bij de grafjes mogen doen — m’n plicht... m’n plicht...

Dolf. Zie geen spoken mama — plicht is ’n ding...

Mevr. v. Walden... ’n Ding, dat ik in die dagen als ’n last, ’n machtspreuk — over boord wierp — dat toch zoo’n genot, zoo’n rust geeft____


166

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.