Dolf. Hahaha!... Je ben om te stelen, Hope!... Ik heb nog nooit m’n schavuite-hoofd gestooten — en
jij. jij----
Hope. .. En ik?...
Dolf. (met hartstocht)... Jij wil niet beter dan dat ik
je weerbarstige handjes met geweld in de mijne
neem, dat ik mijn lippen op de jouwe...
Hope Liever zou ik me....
Dolf Zou je je---- Praat uit!
Hope. (heftig). Ik heb geen achting voor u!
Dolf. Ik voor jou dubbel.
Hope. ’n Man waartegen ik niet opzie____
Dolf Hoeft niet. Je hóüdt, hóüdt, hóüdt van me, Hope — je wil je zelf en mij wat wijsmaken____
Hope. (heftig). Wijsmaken?... Wijsmaken, waar ’k geen grein eerbied... (schrikt). Daar klopt iemand. Straks heeft de kelner staan luisteren----
Dertiende Tooneel.
De vorigen, Mevr. van Walden.
Mevr. v. Walden. Nee ik.
Hope. Ben u opgestaan? De dokter....
Dolf. Mama, hoe dürft u? ’t Was u verboden!
11 161