nee, nu zal ik ’t zeggen — toen u te veel gedronken
had, dee u érger Als ’k niet geschreeuwd en
gegild had — als er geen dienstboden bóven hadden geslapen — zou u.... (smartelijk).... Terwijl u wist hoeveel ik tóén — tóén — lach niet: dat's uit, uit
— hoeveel ’k tóén van u hield... (met bedwongen
tranen) Dien heelen nacht heb ik liggen huilen,
dacht ’k die beleediging — dat ’n vrouw zóó schandelijk in ’r bed te overvallen — dat ’n vrouw als ’n dier willen behandelen — had ik reden gegeven ?
— ooit? — niet te boven te zullen komen U
had geen respect voor ’t dak van uw mama, die meer dan ’n engel voor me was — geen consideratie voor m’n herinneringen, geen ontzag voor de beste, liefste dingen van ’n meisje, dat in de droomen van ’r kamer zoo laag, zoo ontuchtig opgeschrikt wordt!
Dolf. Ik was toen ’n bruut, Hope — had je den volgenden morgen — daar: op m’n knieën excuus willen vragen! — jij was geëclipseerd____
Hope. Natuurlijk____
Dolf. En m’n brief van vier — zès zijdjes, ’n vol uur werk! — bleef beantwoord____
Hope. Natuurlijk____
Dolf. Wat kon ’k meer doen?... En summa summa-rum, Hope-lief, als ’k ’t zeggen mag — dat lijkt nu nog alles ’n tragedie — ’n half Sabijnsche maagde-roof — ’n... (posteert zich voor haar deur). Nee, je gaat ’r niet vandoor!...
156