Dokter. Ik zal onmiddellijk op uw kantoor----
Hotelier. De zaak is... (op een ongeduldig gebaar van Hope). Pardon U moet toch ’n beetje consideratie met ons hotel gebruiken.... Als mevrouw overlijdt....
Hope. Zachter asjeblief____
Hotelier. Als, als, zeg ik — worden de families van twee- en drie-en-zestig enorm gecontrarieerd... zullen andere families onmiddellijk vertrekken — we zijn midden in ’t seizoen.... U weet, dokter, hoe de menschen zijn.... Ik ben niet onbillijk.... Niet één logeergast zal in de komende weken de appartementen willen betrekken.... Als we hadden kunnen voorzien....
Hope. Voorzien?... Als wij hadden kunnen voorzien — zouden we in de laatste plaats van üw gastvrijheid geprofiteerd hebben Heeft u méér de gewoonte logées lastig te vallen?...
Dokter. Suscht! Suscht!... We gaan naar de con-versatiezaal, meneer____
Hotelier (retireerend). U heeft gelijk en ongelijk.... Maar____
Dokter____ Geen verdere maren Ik kom bij u____
Hotelier, ’t Gasthuis — ’t Hopital Wallon — is telephonisch verbonden — heeft ’n magnifieke auto om zieken te vervoeren.
Dokter. Onder géén omstandigheden! Onder géén. ’k Zal ’t u beneden uitleggen — hier niet (af met Hotelier).
122