zuster van je dochter trouwen — grootpapa van je dochter — goed dat Hope me niet corrigeert... (tot Jaap)... Nou? Waar blijft de moeder met... ’k Had je toch gezegd...
Twaalfde Tooneel.
Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Jaap.
Jaap... ’k Wou daarnet niet storen, meneer — maar dat meissie is benejen niet goed geworden — Het ’n toeval of zoo iets____
Dolf Had je niet eerder (naar deur)
Dokter... Ik zal even kijken, Dolf — blijf jij.....
(af door Jaap gevolgd).
Dolf. Dan kunnen wij de séance opbreken, meneer Schmidt — Mocht voor die twee beneden uw advies noodig blijken, dan telefoneer ik.
Schmidt. Goed meneer.
Dolf. En uw declaratie ontvang ’k graag met zeer bekwamen spoed.
Schmidt. Dank u, meneer. Dus niét langer advertee-ren?
Dolf. (luchtig) Nee — nee. ’t Heeft geen Zweck. Ik heb m’n Schuldigkeit gedaan — „der Moor kann ge-hen”... Een moment nog. U zendt me de adressen van die erfenisjaagsters. Licht dat ze ’n kleine verrassing krijgen! Bonjour! Bonjour!
208