57
over kinderen sprak of hoorde spreken kwam er ’n weeke mildheid over haar. Dan luisterde ze met ’n goedigen lach, tot ze an iets scheen te denken, haar man donker aankeek en heelemaal kregelig werd. Het toeval wilde dat alle vrienden en bekenden ’n meest hardnekkigen afkeer van ’t Malthusi-aansche stelsel toonden. Mad. Colbert, de beste vriendin, had alleen zes jongens en drie meisjes. Als die twee vrouwen samen waren, nam ’t gesprek meestal ’n heel eigenaardige wending. Madame Colbert klaagde over haar groot huishouden, over den last en de moeite om zooveel monden open te houden, streek zich toch welbehagelijk over de breede heupen, trotsch over ’t moederschap van ’t tiende kind, dat ze alweer wachtte.
Mad. Manson luisterde toe, toonde zich dolblij dat ze geèn kinderen had. Zij noch Manson verlangde er naar. Ze wou geen getob met zuigelingen. Ze zei die leugens met 7n zuurzoet gezicht, keek de gevulde gestalte der andere afgunstig, kwaadaardig na, als deze moeilijk loopend weer heen ging. ’s Morgens als ze boodschappen deed, werden haar oogen vochtig, als ze kinderen der buren, met vuile gezichten, gehavende kleeren in ’t stof van den weg zag rondwTentelen. Ze nam zoo’n dreumes in haar armen, zoende % vond ’t goddelijk als ’n kind haar met de armpjes pakte. Ze leefde bij ’t kleine, onschuldige goed. Ze had jaren van haar leven gegeven om ’n enkel kinderstemmetje in haar eigen huis.
Toen Florent knecht bij Manson werd, verbeterde Adrienne’s humeur. De buren konkelden, glimlachten als ze Jean met z’n sullig, geel gezicht zagen voorbijgaan.
Eens had Madame Colbert haar nieuwgierigheid voldaan.
„Tiens,” had ze op ?n morgen, heel terloops tot Madame Manson gezegd:
.... „Bevalt Florent?” ....
.... „Florent? Jawel. Zeker.”
„Hij most gaan trouwen, de jongen .... Marie van Steinis mag ’m wel.... Ze heeft ’n aardig duitje ook. . .