De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



Ha-ha-ha, als je ’t eerder had gezegd, dan had ik eens geklopt, zooals de boef hierboven, die om ’t uur zijn knokels op de planken praten laat! Daar heb je’m net! (geklop)

Wachter Dat is ’n moordenaar — heeft toen-ie bij ’n diefstal werd gesnapt, z’n mes getrokken! Daar — pardieu, geloof ’t niet! — daar is je dochter!

Sero. Als je niet liegt: wat helpt óns dat? De wanden hebben ooren hier, maar niet voor mij en haar!

Wachter. Ooren èn oogen — als je wil!

Sero. Begrijp ik niet. Dat’s raadseltaal.

Wachter, ’k Draai ze ’n loer, die heugen zal! De schoft, de schobbejak! (luistert schrikkend aan de deur) Jij kan zoo veel, zoo lang, zoo dikwijls als ’t je past, ’r zien en met ’r spreken!

Sero. (ongeloovig) Ja, ja! Dat is ’n fijne wraak van jou! Maar — maar, wie zal zoo hoflijk zijn de deuren te ontsluiten? Straks komt de andre wachter, heb jezelf gezeid!

Wachter, (naar den schouw wijzend) Dat’s eens ’n schouw geweest!

Sero. Geweest, ja, ja!

Wachter. De deur zit daar! (wijst omhoog)

182

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.