De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



Ik ook! Ik heb zoo vreeslijk veel gedacht,

Ik heb dit zotte hart kapot gedacht! (lacht)

’k Heb naar jouw stem daar door die spleet gesnakt, En midden in den nacht m’n hoofd gebonsd Tegen den wand, of je ’t niet hooren wou,

Of je geen oogenblik meer voor me had,

Of je ’t begrijpen zou, dat ik niet kon!

Maar jij, je hield je stil — jij had...

Droomelot. .. Ik had...

Sero. Je pater en je moeder, den Regent!

Je beetre kost, je bijbel en je zeep!

Je leugens en je liederlijk bedrog!

Droomelot. O vadertje, ik zweer je ’t is niet waar!

Sero. Geloof je niet! Wie gaf die sleutels jou ?

Droomelot. (laat ze vallen)-. Die vond ik straks...

Sero. .. Die vond je naast je bed,

Je bed dat beter veeren hebben zal,

En beter peluw dan waarop ik sterf!

Ik heb, toen ik zoo pas hier binnenkwam,

Jouw moeder’s stem in druk gesprek gehoord,

Je deur staat open toch voor iedereen!

Jij ben je moeder’s kind, zooals ’twas

Je zuster die bijtijds in’t graf gelegd... (zit zwaar

hijgend op ’t bed).

Droomelot. Ze hadden me gezegd voor maanden al, Dat jij weer buiten in de vrijheid was...

251

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.