Hoog bezoek (serie Heijermans' Camera)

Titel
Hoog bezoek (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
28



9

vaan van de Sonnevanck — en ze klepte ’r vleugels met de zwarte slagpennen open en kamde de zwarte dekveeren met 'r snavel, dat *r geen haartje in de kam bleef — want dat is onnet voor zoo’n groote meid, zei moes altijd ... en terwijl keek ze naar vader of-ie *t zag hoe ze ft kon — en naar de ooievaar-kinderen, die met de snavels klepperden, of de vuilnisman van ’t dorp met z'n ratelslag langs de huizen kwam — en al 't lekkere eten uit moeder d*r wijde snavel piekten: hazelwormen en regenwormen en ’n adder zoo dik as je pols en ’n spartelende mol

— echt hoor, heusch hoor, waarachies hoor! — 'n mol zoo uit 1n molshoop geschept! — ’n mol met valsch-groene oogies as van 'n kat in ’t donker — en ’n heel nest met eieren en ’n zoodje versche visch ...

„Hoe hiet jij, ooievaar-j ongen?” vroeg ze, heelemaal op *r gemak en niet eens meer bang voor de groote, rooie bekken, die as met schemerlampies van binnen in de donkerte van den avond begonnen te lichten.

„Rrraa!” snavel-klepperde de ondeugende rakker — z'n mond zat zoo vol, zoo schandalig-vol met hagedissies en almaar kwek-kerende kikkers, dat-ie geen behoorlijk antwoord kon geven!

„Gedraagt u zich fatsoenlijk, zoon van ons,” zei de moeder-ooievaar: „wel foei, wat moet de familie van den dokter-an-de-overzij van onze opvoeding denken ...!”

„Ja, ja, kinderen grootbrengen is moeilijk,” knikte de ooie-vaar-vader — gos, gos, wat leek-ie op den kruidenier —: as-ie zooveel praatte as-ie an 't wegen was, zei Dient je altijd, most je dubbel op ’m letten, want dan vertelde-ie honderd uit, om te maken dat je niet na de baskuul en de gewichten zou kijken „kinderen grootbrengen is niet alles — je slooft je voor ze uit

— je runeweert je gezondheid voor ze — je blijft nachten voor ze an ’t werk — en as ze niemeer noodig hebben of as je ze op d'r teenen trapt — vergeten ze wat je voor ze gedaan het, toen ze in de luren leien ...”

„Rrraaa ... Rrraaa ..snavelklepperden de ooievaarmeis-sies met buikies zoo mollig-dik as van jonge honden en nög keken ze met gulzig-schrokkebrokkende oogen of ’r niks meer in moederts bloedrooie keel zat.

„Allemaal goed en wel,” praatte de ooievaar-vader — effen was-ie van ’t nest gevlogen, de hals en de pooten rechtuit, met 'n zweefvaart of z'n vleugels de zeilen van 'n botter waren en z’n pooten de zwaarden — effen was-ie ’n luchtje gaan happen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.