Hoog bezoek (serie Heijermans' Camera)

Titel
Hoog bezoek (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
28



10

en nou streek-ie weer neer met ’n reuze-worm om z’n snavel — als ’n krakeling, hahahaha! — gossiemijne, wat zag je alles fijn door vader z’n grooten kijker — precies of je in ’t nest was!—: „alles goed en wel, Anneman, schat van 'n Anna Elisabeth Henrietta-van-den-dokter, geboren den vijfden Maart, maar waarom ben jij zoo’n end na boven geklommen?... Nee, kikkers en wormen en hagedissen mag-ie niet eten!... Daar ga jij dood van... Die mot Dient je voor je brajen en stoven met 'n klontje boter met kandij en met notemuskaat — man, man, wat ben je weer slecht geschoren — 't is heelemaal niet plezierig jou ’n kus te geven — waar of niet, Anske m'n kind? — Nee, adders en muizen zou jij niet lusten... Watte dan?... Nou dan?... Waarom ben je zoo'n end na boven geklommen... ?” „Omdat ik,” zei ze ineene stevig, want hij keek 'r zoo goeiig an met z’n bruine oogen en de ooievaarmoeder dee schattig, al had ze zulke kringen van zorg, as de waschvrouw: „omdat ik ’n broertje of 'n zussie wil, ooievaar... Je mag wel niet vragen, maar as ik 't niet zeg weet je ’t niet, watte?”

„Mot jij ’n zussie?” zei de ooievaar-vader: „hoe    ken    dat    dan

— je heb 'r toch een... Mag jij jokken?”

„Ik jok niet, ooievaar,” zei ze, en vader en    moeder,    benee

voor 't raam knikten dat ze nog nooit had gejokt — niet as ze wat had gebroken en niet as ze wat had gedaan, dat niet mocht:... „ik had vroeger wèl 'n zussie, maar dat is nou véél hooger dan uw nest, ooievaar — dat is boven waar de wolken langs de maan trekken .. .”

„Dood?... Is dat meissie dat ik voor jaren, toen jij 'r al was, gebracht heb — is dat yv niet meer?”

„Nee, ooievaar... Kijk maar na vader en moeder d’r oogen... Vader neemt altijd z’n bril af, as 'r over gesproken wordt en moeder zit dan zoo stil, dat ik 'r bang van word.«. Toe, lieve, lieve ooievaar, je woont fiou zoo dicht bij ons huis en je heb zellef drie kinderen met je vrouw samen uit je eieren gekregen — geef me *n zussie of *n broertje — dan zal i k *r op passen, dat ’t weer niet bij de vijver komt en niet bukt om bloemen benee in *t water te plukken... Doe je 't?...” „Kinderen, die vragen, krijgen niet,” zei ooievaarmoeder erg vrindelijk met 'r snavel klepperend: „maar we zullen zien, wat man? as we is langs kommen... Me eigen kinderen motten nog sekuur leeren vliegen... Nou dan, jongens: vliegen we 'n straatje om?”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.