Hoog bezoek (serie Heijermans' Camera)

Titel
Hoog bezoek (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
28



7

zulke groote oogen over z’n gouden lorgnet keek — of ze moes-ooievaar gehoorzaam waren ... Rrraaa ... Rrraaa ...

„Wees u voorzichtig met de klim,” zei moeder-ooievaar — en ze stak met ’n snuit van „kind-hoe-dürf-ie-zoo-schrikkelijk-hoog-te-klauteren!” en met oogen van „jeminee-hou-je-goed-vast!”... ’r as gekookte bieten zoo rooie snavel over den takken-rand van ’t nest...

„Dag ooievaar-vader, dag ooievaar-moeder, dag ooievaar-jongen en dag ooievaar-meissies/, zei ze maar dadelijk, zoo as moes ’r geleerd had, dat ze op visite moest binnen-komen: „ik ben tegenwoordig ’t éénig kind van don dokter-van-de-overzij en nou kwam ik is vragen ..

„Maar groote meid,” viel de ooievaar-moeder ’r in de rede: „as ze je thuis zoeken!.. . Mag-ie zoo maar wegloopen en bij ons in 't nest kommen ... ?”

„Vader zeit altijd, juffrouw, dat ik niet te ver van huis mag gaan en da’k vooral niet bij den vijver moet bukken! Maar hier mag ik... Kijk u maar: daar zit vader voor ’t raam bene jen met z’n nieuwe gouwe lorgnet en dat is me moeder, die snoes, die schat, die over ’t kozijn tegen me lacht... en da’s de juf en da’s de poes.”

Ze sprak ’t angstig-benauwd, blij dat ze naar ’t lieve gezicht van moes en naar de groote oogen van vader kon kijken, want de ooievaars-familie, zóó dichtbij, was om bang van te worden — bang van buiten, omdat ze zulke griezels van koppen hadden, maar niet bang van binnen — vanbinnen had je net zoo’n warm-plezierig gevoel of je al jaren bij ze in 't nest had gezeten... As je nou hier in de hoogte, op 't groenig-ange-slagen wagenrad met z’n takken, rijsjes, halmen en riet en z’n aardkluiten en graszooien — precies as ze ’t ’n maand lang dooi vader z’n verrekijker gezien had — as ze nou hier, vlak bij den olm en den hoogsparrenden populier, 11a moes in de huiskamer benee lachte en vader, die dicht met z’n oogen op de krant zat, zoo hard toeknikte dat ’r krullen om 'r wimpers dansten en ze ’r witte strikkie alwéér verloor — Anske, m’n groote dochter, ’t lint is zoo duur! — as ze dat dee, lette ze minder op den ooievaar-vader met z’n vuil-witte veeren en zwarte slagpennen en minder op de ooievaar-moeder, die wel ’n èrreg-lief gezicht had, maar ook nare, grauwe kringen om d’r bruine oogen, precies as van de waschvrouw, die altijd klaagde over de zorg

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.