Hoog bezoek (serie Heijermans' Camera)

Titel
Hoog bezoek (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
28



28

Hij was verbluffend aangekomen. Z’n nek begon over ’t gladde boord te vetten, bobbelde in bleeke spekrimpels langs de punten van 't Prince-of-Wales-linnen — z’n Adamsappel verdween als 'n traag maantje onder ’t geschaduw van ’n onderkin hors concours — z’n wangen kwalden vleeschelijk rond den kleiner geworden mond — z’n handen leken molliger, soepeler, indolenter — z’n buik presenteerde zich als ’n ding in rijpenden status van welgedaanheid — z’n gang, z’n denken, z’n fut waren anders dan in de dagen, toen-ie zelf ’t huishouden dee en de witte stofjas bij de repetities waarlijk 'n botten-lichaam omfladderde.

„Frans,” zei je verwonderd: „wat is ’r met je gebeurd?... Je ziet ’r uit, man, als ’n varkensslachter in ruste...”

„Niks, meneer,” ontweek-ie met affabelen lach.

„Ben je hertrouwd?... Zoo als jij florisseert kan je alleen door vrouwe-handen, vrouwe-zorg, vrouwe-attentie en vrouwe-spijs geworden zijn ...”

„Nee, meneer — ik ben nog altijd verloofd, maar in stilte — en met twee ...”

„Met twee?...”

„Ja, meneer,” zie-ie kleintjes: „ik heb me keus nög niet bepaald, maar ’k zal vandaag of morgen de knoop motten doorhakken ...”

„Groei je zóó in de verdrukking,” spotten we.

„Ja, ja,” lachte-ie en maakte zich weg, bang voor te in-diskreete vragen.

’t Seizoen begon. Frans dee z’n werk als van ouds, in de puntjes, op de minüut, rustig, welbeheerscht, maar toch dikwijls sloom en met 'n uiterlijke vadsigheid, waartegen z'n vroegere energie zich trachtte te verzetten. Als ’r snel gechangeerd moest worden dee-ie pootan mee, greep 'n coulisse of 'n kamervalk, precies als in ’t afgeloopen seizoen — maar hijgde, dadelijk buiten adem, en in de pauzes tusschen de bedrijven 'kon-ie in ’n donkeren hoek van 't tooneel plots zoo inslapen, dat de changeerders 'm moesten wekken. Op 'n stillen avond, bij ’n stille scène — ’n modern stuk met véél zieleleed, 'n langzaam ingeschonken kopje thee en 'n snik — deed zich 't buitensporig feit voor, dat de onvolprezen Frans hardop snurkte. Het gaf na ’t vallen van ’t doek ’t traditioneel geschreeuw der artistiek beleedigden. Hij, die 't kopje thee geschonken had, schreeuwde. Zij, wier snik in ’t stemmings-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.