24
— Nou is ze ’r niet... We hebben mekaar in geen drie jaar gezien...
De grijsaard.
Heeft ze je niet opgezocht? ...
Tweede gevangene.
Mocht niet... We waren niet getróüwd. — Ze was zwanger van me. — Goeien dag.
Het kind.
Nee — zóó meneer I
Tweede gevangene.
Dank je, jongen ...
De vrouw.
O, hij komt niet! — Hy komt niet!...
Tweede gevangene.
Zit ’r iemand van jüllie?
De vrouw.
M’n man ...
Tweede gevangene.
Is z’n tyd om?
De grijsaard.
Goddank!
De vrouw.
Waar blyft-ie? Waar blijft-ie!
Tweede gevangene.
Maak je niet bezorgd. Wees blij dat-ie vrij komt. ’t Is niet uit te houen in die cellen, ’k Ben ’r kapot van, heb me gezicht niet herkend in de kamer van den directeur. Daar schrik je van na zoo’n tijd. Vannacht heb