Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



Zaterdag.

We spreken weer.

Gisteravond is ’t begonnen. Na de komst van de avondkrant. De markt is ’n paar procent gerezen.

Ineens stond-ie voor me, nam m’n hand, zonder den trouwring — ’k heb nog geen courage gehad ’n aflos-sings-bezoek aan ’t Groenewegje te brengen — zei: „Moeten we nog lang zoo gezellig samenleven?”

„Dat hangt van jou af,” zei ’k, zonder op te zien.

„Ik begin toch ’t eerst te praten,” zei-ie verrassend-deemoedig.

„Tant mieux.”

„Willen we mekaar afzoenen?”, vroeg-ie, z’n beide handen op m’n schouders leggend.

„Waarom?”, sprak ’k voort-bordurend: „laten we niet dadelijk in excessen vervallen.”

’k Ben niet zoenachtig.

Z’n voet trappelde even ongeduldig, alsof-ie de maat voor ’n nieuwe driftbui zocht.

„Waar is je trouwring?”, vroeg-ie zich bovenmatig bedwingend.

„In de la van de toilettafel,” loog ’k.

’k Gevoelde niet den minsten lust van ’t Groenewegje te vertellen. De eenige dank kon ’n standje zijn.

„Dus géén zoen?”, zei-ie tam.


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.