Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



70

„Geloof je me niet?”, zei ’k schel.

Weer ’n domheid — domheid van de meeste men-schen, die als ze onwaarheid spreken, verontwaardigd gelóófd willen worden.

„Nee,” zei-ie bot.

„Merci,” antwoordde ’k vinnig.

Zeldzaam, hoe die man je impertinente lompheden zegt, zonder dat je vat op ’m krijgt.

Even — den afstand van een lantaarn naar ’n andre — liepen we zwijgend.

In ’t schemerdonker zag ’k z’n wit-flanellen broekspijpen naast m’n slordig fladderende rokken bewegen, 't Kiezel knerperde onder onze voeten, de heesters zuchtten, de boomblaren schuierden met vaag-deinend geritsel. En (idylle!) wat niet te omgrijpen guldens, geschokt en ver-smeten door m’n driftig gestap, tinkelden alsof ’n kassiersbediende aan ’t tellen was...

Het was ’n kwelling.

Bij ’n nieuwe lantaarn bleef-ie ineens stilstaan.

„Ben je beleedigd?”, vroeg-ie.

„Beleedigd!”, zei ’k: „je moet ’t voor je zelf weten, of ’t gentlemanlike is aan de woorden van ’n vróuw te twijfelen.”

,,’k Heb nooit beweerd ’n gentleman te zijn,” schamperde hij, me sterk aankijkend: „en ’k zal ’t wel nooit worden, zoolang ’k genoeglijk blief te zeggen wat ’k genoeglijk denk — Heb je zoo’n haast?”

„Nog al,” zei ’k gebarend om voort te stappen.

„Wees dan zoo vriendelijk, Gre,” zei-ie z’n plaats naast den geldbuidel hernemend — en me voor ’t éérst bij m’n voornaam noemend — „wees dan zoo buitengewoon vriendelijk, om ’n beetje minder te racen.


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.