Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



4

Het is wonderlijk-schoon, diep-aandoenlijk, als je zelf met 'n hart, dood als ’n afgewaaid blad, iets van ’t allerheerlijkste in twee menschen waarneemt.

Twee innig tegen-mekaar-aangeleunden, de vriendschap der stilte zoekend, bij enkel zwijgenis van boomen, geritsel van bladeren — óf ’t fluisterpraten van jonge verliefden in ’n keuken-portiek, kunnen je ’n zacht-kwijnende ontroering geven.

Op de trap, willoos als ’n zieke, zat ’k te luisteren, te lüisteren, met langs m’n wangen stugstotterende tranen — te lüisteren, tot de deur in ’t slot knipte, ’t meisje luid-zingend de messen begon te slijpen.

Langzaam de kamer in kniezend, heb’k’r gescheld, ’r op den ouwen toon, ’n niéuw kopje gevraagd, me dwaas-verlustigd aan ’r glanzende oogen, ’r levend gelaat.

Nu schrijf ’k in één bezwarende gejaagdheid.

Ik móét afrekenen — en ’k aarzel.

Ik wou, dat ’r gebeurde — ’r gebeurt niets.

’r Kan niets gebeuren.

Ik ben schaakmat.

Als ik van m’n man hield, zóó hield als ’k ’t me in m’n jeugd voorstelde dat eerlijk houden is, als ’k nog iéts zou voelen bij ’t hooren van z’n stap, iets aangenaams ondergaan bij z’n kalm-over-me-zitten, aan tafel, z’n krantje lezen, z’n nieuwtjes-verhalen, z’n huiselijke gebaren, z’n doen en bewegen, als ’k nog éven van ’m hield, zou ’k mogelijk niets van m’n malligheden weten.

Ik hóü niet van ’m. Soms haat ’k ’m met ’t wrokkend gevoel van een die geen uitweg weet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.