Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



54

geleefd, twéé jaar ergens in Bretanje, één jaar op ’n heide in Friesland — èn sprak ze met vochtige oogen: nergens met aanspraak, nergens met conversatie ... „Wo mein Mann geht, geh ich,” zei ze ’r wel tien maal tusschen door — ’t was ’n Duitsche.

Als ’k me voor Eduard niet gegeneerd had, had ’k ’r ’n zoen gegeven.

’n Man en ’n vrouw, die geen kind hebben, zijn niet getrouwd.

’n Man en ’n vrouw die bezwaar maken met mekaar alléén te zijn, zónder kennissen of vrinden, ergens in ’t buitenland, hebben geen advocaten-bemiddeling noodig om te scheiden.

Ze zijn gescheiden.

Vanmiddag ben ’k bij Joosten op bezoek geweest, omdat ’k me thuis verveelde, wat belangstelling moest toonen in de ongesteldheid van Lies, waarvan hij me verteld had, toen ’k ’m met m’n gehakt-handen ontving.

Hij was niet thuis.

Vóór de meid ’t zei, wist ’k ’t, omdat z’n lustre huisjasje aan den kapstok hing.

’t Gaf mèt ’n gevoel van teleurstelling.

’k Had ’m willen spreken.

Boven op de slaapkamer, zoo pas uit bed gestapt, zat Lies voor ’t raam. Ze zag ’r slecht uit, met zwaar-omkringde oogen en zülke waswitte handen, dat ’k ’r van schrikte.

Ze zei dat ze èrg blij met m’n bezoek was — in ’r stem klonk ’n vreemde, koele terughouding.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.