Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



43

„Misschien,” sprak-ie vinnig: „Dat wist je nou al ’n een week lang. En een week hou je je mond. Heb jij andere belangen dan ik? Kan jij ’t geld uit den grond stampen! De heele week is alles gedaald, gedaald, gedaald, met schokken na benejen geloopen — vandaag weer! — de hééle week heb ’k geen oog toegedaan, gewacht of je vragen zou, of je over je apathie heen zou komen — jij houdt je mond — jij borduurt prullen, lorren! Jij ben geen vrouw, je ben nooit ’n vrótiw geweest!”

Ik keek ’m enkel aan.

Nou was ik de kop van Jut.

En goeie hemel (va!) wat ’n overdrijving.

De heele week niet geslapen!

’k Moet den man leeren kennen, die snurkt als-ie wakker ligt.

„Je plappert ’r 'n boel uit,” praatte ’k met de doodelijke kalmte, waarvan ’k weet dat ze ’n man driftiger maakt — toch dóe je ’t! —: „en je gaat schrikkelijk te keer, maar ’n eerlijk antwoord geef je niet. Ben je Mies kwijt?"

„Alles!”

„Tant mieux,” zei ’k: „schulden behalve de huur, den kruidenier en nog ’n paar kleinigheden, hebben we niet — je salaris blijft. Dan moeten we ons enkel inkrimpen. Of, hébben we schulden?”

’k Hield m’n oogen niet van de zijne af, innig verlangend te hooren, dat-ie zónder reserve dat van Joosten vertellen zou.

Als-ie verteld had, zou ’k minder koel zijn geweest.

Hij draaide. Hij gaf geen direct antwoord.

„Ja, nee!”, zei-ie korzelig, zich achter onzinnige drift-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.