Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



Vrijdag.

Vanmiddag was ’k wéér in de keuken bezig, om ’t eten klaar te maken.

Hoe is de stilte in ’n huis drukkend.

Wat mis je ’t rumoer, gepraat van ’n meid.

De bel ging. M’n handen haastig afdrogend—’k kneedde ’n half pond runder-, ’n half pond kalfsgehakt (voor twéé dagen, één middag warm, één koud) — liep ’k naar de huisdeur, in de bus kijkend, of ’t de post was geweest.

Toen opende 'k nijdig, omdat ’r zoo gauw voor de tweede maal werd gescheld.

„Nou! nou!”, snauwde ’k zoo gemelijk, als ’n dienstbode tot ’n slagersjongen.

„Excuseer,” zei Joosten, buigend.

’k Had de deur voor z’n neus kunnen dichtslaan, zoo irritant als ’k kleurde om m’n keukenschort, m’n klamme handen vol vleesch- en beschuitpluisjes.

’n Kleur vind ik monsterachtig.

Menschen, die bleek worden, ’n kleur krijgen, op die manier ’n uitstalling van gemoedsstemminkjes vertoonen, taxeer ’k als minderwaardig.

’k Hou van stalen gezichten.

„Kom ’k ongelegen?”, vroeg-ie, ’n weinig verwonderd m’n ongewoon toilet opmerkend.

„Heelemaal niet,” zei ’k, ’t keukenschort losknoopend: „Kom binnen.”


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.