Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



20

„Dank je,” zei ’k.

Even liepen we zwijgend, hij, ’n gesoigneerd heer (z’n vetvlekken had de meid ’r met benzine uitgehaald) — ik, ’n vrouw tirée k quatre épingles.

„En jij ben geen vrouw, om armoe mee te lijden,” hernam-ie hard.

Voor ’t eerst zoolang we getrouwd waren, antwoordde ’k verbitterd, toch met ’n glimlach, omdat we nieuwe kennissen passeerden, en ’k ’t allernaarst burgermans-gedoe vind, wanneer vreemden ’n ruzietje bemerken.

,,’n Vrouw die van ’n man hóüdt,” zei ’k m’n parasol neerslaand: „voelt zich óveral gelukkig.”

„Dat wil zeggen?”, zei-ie vinnig.

„Dat wil niéts zeggen,” sprak ’k ontwijkend.

Weer wandelden we zwijgend tusschen de hooge boomen. ’t Doffe geritsel der bladeren, ’t zacht geknars van ’t grint, zongen ’n lievige melodie.

Dicht bij hün huis stond-ie stil.

„Wat zou je ’r van denken?”, zei-ie ineens: „als ’k Luuk Joosten te leen vroeg?”

„Dat zul je laten,” zei ’k verschrikt.

„Waarom niet?”, vroeg-ie gejaagd: „als ’k morgen geen surplus stort, ben ik foutu, ben jij foutu, is ’t heele huishouden foutu.”

„Liever foutu,” zei ’k, en ’k voelde me bleek worden: „als je Luuk Joosten iets durft vragen, keer’k terug. ” „Dan niet,” zei-ie nijdig.

Hèm geld vragen. Hém. Wat ’n monsterachtige inval, ’k Ga net zoo lief uit werken, uit naaien, uit schoonmaken. Hèm.


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.