Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



Dinsdag.

Gistermiddag, voor wegingen dineeren, ’n klein onweer.

De middag-editie van de krant kwam, toen we ’t huis wouen verlaten.

Op de rustbank van ’t trappenhuis zat-ie gejaagd de koersen in te kijken.

Hij spekuleert, en ik heb daar natuurlijk niets tegen, omdat alle kennissen en vrienden ’t doen, omdat we — zegt hij — zonder spekuleeren onzen stand niet kunnen ophouen, èn omdat ’k niet alleen m’n diamanten knoppen, maar zoowat m’n heele garderobe aan ’n rijzing in fondsen te danken heb — verdienste zonder inspanning, ’t Eenig gevaar is en blijft — dat z’n chef aan ’t Ministerie ’r achter komt! Dan wordt ’t congé...

De koersen lezend, werd-ie bleek, ’k Had z’n gezicht nog nooit zóó zien betrekken.

„Is ’r iets?”, vroeg ’k, de haarpennen door m’n hoed stekend.

„Nee. Nee,” zei-ie, zonder van de krant op te zien.

„Je jokt, Eduard,” zei ’k ’n weinig ongerust.

’r Is niet één man, die z’n eigen vrouw ’n onwaarheid kan wijsmaken — óf ’r om ’n zelfontdekte aardigheid kan doen lachen.

„Wè.t jok ’k?”, zei-ie opstuivend.

„Nóü jok je jtiist,” hield ik aan.

„Goed,” zei-ie onaangenaam.


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.