Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



IO

Onder twee zwarte wenkbrauwen.

En ’t duister van den nacht.

O, ’t aanbiddelijk duister.

Wat heb je ’s nachts, als niémand je bekijkt, niemand met je praat, niemand wat vraagt, niemand méér weten wil dan je te geven heb — wat heb je in dat heerlijk, genotrijk, nooit genoeg te prijzen duister, je éigen gelaat, met je éigen glimlach, je éigen genegenheden !

Vandaag, morgen ga ’k den lof van ’t nachtdonker zingen, ’t donker waarin je huilen kan, zonder dat iemand je tranen ziet, ’t donker waarin je je lippen tot fluisteren kan bewegen, zonder dat hij óf ’n ander, of dè ander, je zot geprevel hooren, ’t donker waarin je jezelf ben, waarin je oogen anders kijken, je lach anders is, je heel gelaat onherkenbaar...

’k Geloof dat ’t donker verdrietloos is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.