Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



8

nemen, zichzelf troostend met de gedachte, dat ’t óveral wel zoo wezen zal, dat je niet ziekelijk moet doen.

Misschien overdrijf ik. Misschien heb ’k ’n eigen gebouwtje van onware observatie. Misschien ben ’k ’n uitzonderings-geval...

’k Heb nog niet volkomen gebiecht, ’k Geloof dat je eerst dan heelemaal merkt, hoe vreemd je tegenover je man ben geworden, als je gaat vergelijken, voor ’n ander ’n, laat ’k zeggen, klein tikje voelt.

Die ander is...

Zóó zwak en laf ben ’k, dat ’k den naam nog niet durf invullen. Als hij straks schoongeschoren van de soos thuiskomt, ’t ongeluk mocht hebben de kladjes te vinden —. *t gèlük misschien — hoeveel mannen weten ’t geheim van de teruggetrokkenheid van hun vrouw ? — dan zou ’t, wie weet?, vièr menschen tegelijk in gespannen verhouding brengen.

Dat hoeft niet. ’k Heb zoolang, bekwaam, komedie gespeeld, me zoo sekuur in ’n hardnekkige koelheid, waaraan ze allemaal gewend zijn, opgesloten, dat ’k voor geen gril van Zondagmorgenstemming m’n dierbare rust wil verstoren.

We hebben dertig, veertig kennissen.

De luxe van ’n vage aanduiding, waarvan hij èn zij niet vermoeden, kan ’r mee door.

Als ’k laatst, bij ’t zien van den soldaat en de dienstmeid, daar straks bij ’t hooren van de stemmen beneden, niet zoo week was geworden, zou ik m’n tikje verliefdheid, m’n bakvischjes-getob, niet overschatten.

Lood om oud-ijzer, ’k Heb ’n bui om te haten, ’n Vrouw, die ’s morgens ’n uur noodig heeft, om zich

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.