Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



103

Wat ’n ellendig goed, die Bénédictine!

Haastig kamde ’k m’n haar, poederde m’n oogen, die door ’t mallootig gehuil rood waren geworden.

In de voorkamer benee, bij de opgestoken lamp, zat Joosten a son aise, de beenen gekruist, ’n lekker-ruikende sigaar in den mond.

Toch zag ’k dat-ie uit z’n humeur was.

Zonder me den tijd tot antwoord te gunnen, nam-ie me — in verhoor.

„Heb je nog niet gegeten?”

„Nee.”

„Maar dan toch wel gedrónken?”

„Wel nee.”

„Wel ja! Bénédictine! De flesch staat op tafel. Hoe kun je dan nee zeggen? ’t Heele huis ruikt naar aangebrand eten! En kwart over achten! Wat heb je uitgevoerd? Je ziet ’r heelemaal zoo raar uit. ’k Begrijp van jou geen sikkepit, ’k Zit gewoon gebluft.”

’k Kreeg ’n oogenblik de ridikule drift van menschen die ongelijk hebben.

„Wat doe jij toch meer dan bespottelijk!”, zei ’k beslist-vinnig: „nou kom je nóg grover uit den hoek, dan ’k ’t van m’n eigen man gewend ben. Da’s bijzonder wellevend en charmant van je geweest.”

Spijtig zette ’k de likeurflesch in de kast, bonsde de deur zoo wrevelig toe, dat de glazen rinkelden, scharrelde in ’n quasi-houding van verontwaardiging, wachtend op wat-ie zou antwoorden.

Hij antwoordde niet.

In de vrijwel zonderlinge gesprek-gaping, opende-ie ’n toetje krantepapier, lei m’n collier, m’n broche, m’n ringen onder de lamp.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.