Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



97

mesthoopen wroet. Ik geloof — dat’s óók ’n geloof — dat ’n zwijn verstandiger doet* ...

„Toch,” haperde ’k — niet voor ’t eerst hoorde ’k z’n harde ontkenning —: „toch heb ’k angstige buien, buien dat ’k èrgens, èrgens troost zoek”...

„Met ’n beetje géltik in je leven — geluk dat van héél andere dingen afhankelijk is — heb je geen troost noodig. ”

„Heb jij dat beetje geluk?”

„Néé.”

„Hoe red je jezelf dan — in sómmige oogenblikken?” „Door te glimlachen.”

„Enkel te glimlachen?”

„Enkel te glimlachen...”

Z’n mannelijke kop, in ’t volle licht der lamp, bewoog niet — z’n lach school in den krachtigen baard — z’n oogen waren zonder uitdrukking.

„Spreek — sprak je vroeger met Lies op dezelfde manier ?”

„Nee — Jij, met Eduard?”

„Nee.”

„Dat’s sneu!”, riep-ie en gelijktijdig lachten we, zonder mekaar aan te kijken.

Om half tien ging-ie heen.

Bij de getemperde lamp, lag ’k in den fauteuil, over ’t gesprek nadenkend.

Wat is ’t prettig, als je gepraat heb, enkel geprést...

In bed kon ’k niet slapen.

’k Heb ’r al ’n paar maal over geschreven — als ’k ’n roman knutselde, zou ’k in herhalingen vervallen.

Biecht eener Schuldige.    7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.