Muziek en magere lapjes (serie Heijermans' Camera)

Titel
Muziek en magere lapjes (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
27



10

kochten we wat snoepgoed voor bij de thee. Hebben we niet allemaal in dien monsterachtigen tijd, die voor ons toch nog 'n hemeltje op aarde was, meer gesnoept dan ooit vroeger?

Zaten we om zes uur in afwachting aan de gedekte tafel, dan keken we mekander berustend aan, als de gluuperige deur 'r cirkelsegment begon, om ’t presenteerblad met de toegeklepte schalen, de geeuwende sauskom en tante Pie met de iederen dag sterker neerslierende haren, pluizen als van ’n treurwilg in ’t late najaar, pluizen die wel ’ns verdwaalden, binnen te laten. „Goeien middag,” zei ze dan waarneembaar-gereserveerd — want al sprak je niet met *n man over z’n vrouw, al lei je daar in de bouwvalligste huwelijken geen eer mee in: ze had yt toch met rake stekeligheidjes, in niet door mij bewaakte oogenblikken laten blijken, dat de tweede ik van 'n heer-op-kamers, met wien je ’t vroeger zoo bovenst-best had weten te vinden ange-trouwd blééf: „goeien middag, en smakelijk eten...” Dan vroeg Jan of ’r niets bijzonders geweest was, en zei ze, met vijandige varkensoogjes, die me doorpriemden: „Nee, lief ie,” Als de deur terug-gezucht was, balanceerde ik een deksel omhoog, dee Jan 't met de twee andere — zeer-bleeke visch met walletjes, groenten, aardappelen — knipoogten we mekaars om-wimperde ziele-vensters toe, en wanneer ’t 'n enkelen keer gebeurde dat de deur ineens weer open-spuide, daalden drie verlegen deksels tegelijk op na-hikkende schotels neer. ’r Kwamen dagen dat ’k geen sectie aan de graten kon verrichten, dat rk wat groente moesde en 'n sigaret zat te dampen, terwijl tante Pie me achter Jan’s geduldigen rug vernietigde. En ’r kwam ’n dag, dien we nooit zullen vergeten. Ik was jarig. Jan had schattig-lief ’n paar echt-leeren handschoenen op ’n „uitverkoop” voor me gekocht, en me daarmee ’s morgens verrast. Toen-ie de deur uit was, merkte 'k dat ze 'm twee linke r-handschoenen, maar echt-leer, in ’t pakje hadden gestopt. Eerst huilde ’k om z’n onverschilligheid, want als 'n man van ’n vrouw hield, kon ’m dat niet gebeuren, toen schaterde ’k 't uit. En ging op mijn beurt op 'n verrassing rond. Van ’n collega op kantoor kocht ’k 'n half pond biefstuk. Die had kennis aan ’n boer, die voor heel-betrouwbare menschen, met levensgevaar in ’n geblindeerde schuur slachtte, ’t vleesch na ’t spookuur in ’n roeiboot met omwoelde spanen, als de Indianen op ’t Oorlogspad, naar de stad vervoerde, en 't dan in sigarenkistjes aan de klantjes verkocht. C1 a r o was kalfs, Amarillo bief. Ongewoon-vroeg thuis, en op slag boffend omdat tante Pie ergens op visite was, roofde

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.