Vuurvlindertje

Titel
Vuurvlindertje

Jaar
1925

Pagina's
223



over de vrouw met de zilverwitte haren gezeid.

„Asjeblief/' zei tante Toos, toen de deur dicht was : „toekommen doet 't je niet, want je het je as Sjek-de-Ripper angesteld, en as je ook maar zóveel weer uithaalt, ken je 'n volle week in bed blijven .... Begrepen ?”

Leentje keerde zich niet om, bleef met 'r gezichtje naar de wand toe koppen.

„Hier hebbie 'n kom koffie en vier bollen," sprak de vrouw zachtjes, en ze bestreek de blonde krullen in de kuil van 't hoofdkussen.

„Ik lust niks, tante . . . /' zee 't kind.

„Tante . . .    — 't was of ze 'n klap in 'r

gezicht kreeg.

„Toe nou, liefie/' drong Toos aan.

„Nee, tante," zei 't meisje weer.

Dat werd de eerste verwijdering tussen de kinderen van de man, die z'n leven in Heerlen gelaten had, en de tante, die zich voor ze uit had gesloofd.

52

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.