de politiehond *m in z’n lurven genomen . . .
„Zo’n vaart zal ’t met ons niet lopen,” zei hij : ,/k mag toch wel lekkers voor me eigen zoon meenemen V’
„O, is 't voor d i e V' antwoordde ze met toch-'n-beetje-teleurstelling in 'r stem, ,,ga dan maar mee .... Maar hij houdt van geen repen-met-nootjes~'r~in en ikke wel, en citroen-balletjes, waar hij dol op is, lust ik niet, omdat je ’r zo’n bleke tong met puissies van krijgt . . . .” In 't winkeltje, waarvan zij de uitstalling kon dromen, omdat ze fv zo dikwijls met Koert en Jo, en soms ook wel met tante Toos, in moeilijke keus voor had gestaan, deed Godefroid Mourier, die 'r in de schemer achter de étalage-kast nog fletser uit-zag en nog gebukter stond, omdat de balken-betimmering bijna op z'n hoofd hing, de eerste inkopen voor z’n zoon.
„Dag Lena,” zei de juffrouw, eens zo zwaar als tante Toos, en die haast niet tussen de schuine bakken met kruidenierswaren en de hoge potten met zuurtjes — een was ’r met de zaligheid van saffraangele ananas-blokkies — door kon : „wijs jij meneer de weg ?”
,/t Is de nieuwe vader van Jo, die Goodevra met nog vier namen ’r bij, hiet,” lei ze lenig en naar de ananasblokkies-pot loenzend uit : „hij komt uit Sjiena, weet u, waar de sjienaasappelen groeien, en mot iets erreg-erreg-lekkers voor Jo kopen, maar ik mag niks annemen . . . .”
En als ’n verstandig wijfje, dat wel durfde te gissen, dat Jo, met wie ze zo dik was, niet alles alleen op fcou snoepen, bleef ze listige wenkjes geven — dat-ie dat niet bliefde, omdat ’t met
109