Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



9

niet zoo boos. Als je alles wist, alles ... De meid. (.Aafje brengt een schotel). Zet maar in ’t midden, Aaf. Dank je.

Aafje. Zal ik ’t vuur voorzien?

Gaaike. Nee, dank je. (Aafje af). — Hij heeft me nóóit geslagen, Jozef.

De jonge pastoor. Niet geslagen ? En je verhalen...

Gaaike. Gelogen.

De jonge pastoor. Heb jij gelogen ? {Zij knikt) En waarom ?

Gaaike. Om. .. om .. . Misschien is ’t goed als ’k ’ns uitspreek. En jij zult ’t niemand vertellen — jij die zoo veel hoort (zwijgt even, verhaalt met langzaam bedenken, monotoon in het vuur starend). Mögelijk heb ’k van ’m gehouen — in ’t begin ....

De jonge pastoor. Mögelijk? ....

Gaaike. Mogelijk. Hoe wou je’t zéker zeggen? Zonder ondervinding raak je geëngageerd — je ben jong — je vindt al die kleine attenties prettig — en de uitstapjes — en de pleziertjes — en de grootere vrijheid — we hebben geen gelukkige jeugd gehad, Jozef — twee zusters dood — een broer dood — telkens dat spook van de tering in huis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.