Land van geleerdheid (serie Heijermans' Camera)

9

kennen vragen om op de klok te kijken as ’t hartstikkedonker was...

„As u weer voor uw tante Anna Hendrika antwoord geeft, zal ik u in de smiezen houen, kwaje meid/’ zee de juffrouw op slag zoo bloedrood as ’n tomaat: „ik vraag uw tante en niet an u!... Nou dan Antje Hendrika: as Bee drie is — hóéveel is dan bee tot de derde ... ?”

Lieve Heer in de Hemel — *r hersens smolten in ’r kokend hoofd. De juffrouw-van-de-aardrijkskunde glom op ’r toe, vlee-zig en zwaar — de brilleglazen dijden uit tot perrelmoeren plassen, waarin de wimpers as stopnaalden piekten en de pupillen troebele kijkgaten leken... En 't ginnegappen en giegelen van de kinders — en ’t proesten met schraaplachjes — en 't saam-klitten der hoofdjes om ’r heen — Stans met de bloedkoralen knoppen — Fie met ’t jongenshaar — Trees met de rokken op ’r enkels... 't Was om te grienen en de klas uit te loopen ...

„Of je nou in je stoel zit en wijs as ’n schaap over je bril kijkt,” snauwde de aardrijkskundige juffrouw en de klont krijt in *r hand sneeuwde as ’n opengespleten meelzak: „ik vraag van Bee-in-de-derde van Kuu-in-'t-kwedraat..

„Da’s toch allegebra, juffrouw,” heeschte 'r stem uit 'r kurkdroge strot.

„Da’s waar ook,” zee de juffrouw ineene lachend:    „hoe

kommen we an allegebra as ik van ’t Westelijk en Oostelijk Halfrond mot vragen... Kom u dan maar voor de klas bij 't bord en zeg u mijn op hoeveel graden-dit-en-dat Riodejaaneiro leit... Asjeblief...”

Nou wrong ze zich moeilijk uit de bank — de inktpot voorbij en de ketel met ’t theelichie voorbij — Rrrrrr — Rrrrrr — wat de thee stong te koken — most ’n scheutje water bij — anders dronk Frans ze niet meer — nou ging ze 't tafelzeil langs an ’t bordje met de twee gesmeerde boterhammen — nou wiebelde ze half-dronken bij ’t bord en gaapte den hangatlas an — de zwarte cirkels — de gele saus van Azië — de rose brok van Europa — de paarse schoen van Affrika — de safraan-rommel van Australië... Zoeken... Met je nagel zoeken... Met je vingerhoed zoeken... Lieve Heer in de Hemel, waar most je Riodejaaneiro vinden ... Waar ... ? ... Waar... ?