Land van geleerdheid (serie Heijermans' Camera)

Titel
Land van geleerdheid (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
29



6

gesproken. Als ze van ’r maasbal opkeek, had ze meelij met ’t getob, de driftige inspanning, ’t droog-pratend mondje, ’t gebogen rugje, ’t ingehouden geklaag aan de overzij van ’t tafelzeil gehad. Half tien, kwart voor tien... Lieve Heer, wat ongezond laat — en wat ongezond, om zoo tegen den nacht je hersens vol te stoppen... As zij voor ze naar bed ging in ’r krantje iets ergs las, of met Frans te lang over de zorgen van 't kantoor zat te boomen, lei ze uren wakker in 'r bed. Om rustig te slapen most je na gezetten tijd niet te veel eten en je hoofd niet overstuur maken. En zoo’n kind — met ’r gruwelijke geleerdheid van allemaal cirkels om de aarde en waar je tusschen die cirkels de gekste plaatsen, waar je nooit van je leven kwam — most zoeken, sliep, as je bij ’r ledikantje kwam, in 'n vloek en ’n zucht...

’t Stalen montuur van ’r bril, tusschen de lauwheid van ’r langs de oor en gestutte handen, rimpelde ’r neusvel op, terwijl ze in de stilte der kamer 'n plaat van den atlas bekeek. Nee, ze snapte ’r niemendal van... Westelijk halfrond... Oostelijk halfrond... En allemaal lijnen en cijfers... As ze ’r ’r zaligheid mee kon verdienen, bleef ’t nog ’n geheim voor *r...

De klok tikte — ’t theewater, dat op Frans wachtte, blies z’n suizebollend gestoom door de rustige eenzelvigheid van ’t vertrekje — en ze sloot de oogen, kleintjes en moe. Nog nooit in de egale grijsheid van 'r bestaan van ouwe-jufifer had ze zich zoo onbeholpen en armoedig gevoeld. Toen moeder in den schoenwinkel stierf, was ze handig en kalm moeder van ’v broertjes en zusjes geworden. En omdat ze de lappies zoo lekker kon brajen as moeder en de boterhammen precies zoo dik snee en precies zoo zuinig beboterde as de dooie en alles sekuur en helder beredderde, was ze voor 't kleine grut, dat geen onderscheid merkte en voor ’r vader, die niks zonder ’r dee, iemand geweest, iemand, waartegen ze opzagen en die ze raadpleegden. Ze was als vroeg-oud, vroeg-verlept meisje blijven zitten, terwijl de zussies trouwden — en had 't in 't hurten en jagen van ’t dagjes-leven haast niet gevoeld. Ze was na den dood-in-eens van Frans z’n vrouw net als in *r jeugdjaren, maar nou voor de tweede maal nood-hulp-moeder in ’n moederloos gezin geworden — maar nu voor t' eerst van ’r bestaan-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.