Land van geleerdheid (serie Heijermans' Camera)

Titel
Land van geleerdheid (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
29



29

„Jaaa-aaa-aaa...,” schalde 'n verdund heen-klaterend stemmetje, en *t jongens-hoofd stak door 'n wig van de latten.

„Klim-ie nog verder?”

„Jaaa-aaa-aaa!”

„Jö, pas nou op!”

„Hoera !” wenkte ’t slank-zwart figuurtje en omdat de koker langzaam toeschuinde zag je ’m nog enkel door ’t roode gespikkel van ’t vaandel op den kruipenden rug. Dan hokten de kinderen angstiger samen. Dirk was nu op de plek waar de tunnel te nauw werd en waar-ie de sporten aan de buitenzij moest bestappen. Nou zag je ’m heelemaal, den steek met de oranje-kokarde op ’t hoofd en de wind floepte 't vaandel met smakken en ploffen of ’t ’n zeil was, losgeraakt van den mast. Telkens grepen de tengere beenen ’n hooger rondsel, zag je de handen in rap geklem om de grijze binten van ’t ijzer geraamte. Hurt, hurt, hurt — nog zes, nog vijf, nog vier treden van de til met de wit-porceleinen kommen, waaraan de telefoondraden waren gekoppeld. Toen, om 't besterven van angst, stokte-ie en de wind, zachtjes fluitend, rukte den steek van z’n hoofd, blies dien weg met ’n vaart tot over ’t dak van }t overzij -huis. Dirk was moe. Z’n been stak-ie door ’t rondsel om ’n zitje te vinden en zelfs bij ’t krijschen en schreeuwen der andren benee, bewoog-ie niet meer.

„As-ie nou valt,” klaagde Mar iet je, Trees in ’r arm knijpend enkel bij de gedachte.

„Hou toch je mond, schaap,” zei Trees gejaagd.

En ze zeien geen woord meer. Ze dorsten niet eens van d'r plaats. Ze stonden te staren naar ’t koepeltje in de zwalping der indigo wolken, klein en benepen, hulpeloos en bleek, Lilleputters bij de massieve zwaarte van de zuil met 'r ijzeren balken en bouten.

Maar dan, goddank uitgeruster, wel trager van stap en aarzlender van handgreep, hervatte 't figuurtje *t geklauter over de derde, de tweede, de laatste tree — en verdween in 't windsel der spiralen en cirkels, die ’t web van de draden gestut hield.

En 't vaandel met de gouden en zilveren sterren flapperde wild naar de zij van ’t plantsoen, doch zoo smal en zoo schriel, of 'n Aardje doek tegen 't raster aan was gewaaid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.