Kiekjes

Titel
Kiekjes

Jaar
1926

Overig
I, Jodenbreestraat-Waterlooplein

Pagina's
208



6

een rood zadel op een wit paard". De maatschappelijke armoede deed de weelde van de ziel uitkomen. Ze was de toetssteen van zelfgenoegzaamheid en Gods-vertrouwen. Ze smeedde de zielen van die ghetto-bewoners in gloeiende naastenliefde aaneen. Ze voedde op in adel van eenvoud, vlijt en geduld. Ze predikte gevoeligheid en schaamte. De overdrijving van al deze begrippen kwam maar al te vaak voor, maar heeft nooit geschaad. Zóó groeide er achteraf verscholen een heilstaat in een zon-vergeten hoek van Amsterdam.

En nul

Veel is weg, maar veel is over. De algeheele overgave aan het leven, de blijde moed om van dag tot dag te leven, de zorgelooze vruchtbaarheid, het onbekommerde geduld, dat alles is er nog. Weg is ongeveer het tabernakeltje en daarmee de louterende innigheid, die taal en zeden streng gekuischt hield. Op de plek van het sjoeltje verrijst de verruwing en de kwalijk bedwongen opstandigheid. Weg is de Gods-liefde en heiligheids-vermeiing. Over is het vroeg-gezwoeg en de arbeids-liefde. Heel hun genot ligt in het „gesappel”. De avond hoort bij den dag en de halve late nacht bij den vroegen ochtend. Heel hun gespreek en gedenk en gekijf gaat over negotie en masse-matte. Voor ontspanning is geen lust en geen tijd. De kar is hun zege-wagen en „rewooche” hun triomf. Hun theater is de straat en het hamer-daverend geroep is hun muziek en zang. Bieden is hun bidden en dingen hun eere-dienst. Geen rustdag meer en geen rust-uur. Zeven dagen en avonden in de week gaan ze ter werke. Dat alles dwingt geen meelij maar eerbied af. En het moet mij van het harte: ik heb hen liever dan de leege vroom-doeners. Wat ze verdienen is voor hun gezin. Hun werk is razernij, maar wat het opbrengt is voor de moeder en haar kinderen. Het ghetto is niet te sloopen. Het wacht op zijn puinhoopen op de verlossing. Uit zijn midden moet de Verlosser komen.

Kunt ge mij nu vergeven, dat ik alleen uit dat midden mijn opnamen heb gemaakt? En zeker misschien zult ge dat, als ge weet, dat mijn geboorte uit dat diepste midden was! Of dl mijn opnamen uit de werkelijkheid zijn? Ja! Uit de bestaande werkelijkheid? Neen! Uit wat eens bestond. Het zijn typen, waarvan de meesten nu in het rijk der gedachtenis zijn. Maar wat zou dat? Houden wij ons geloof dan niet levend, door de portretten en beeltenissen van de voorvaders en voormoeders telkens en immer weer te vertoonen? Is de geschiedenis anders dan de nooit stervende moraal van het verleden? En dan zeg ik toch nog daarbij: ze bestaan nog. Het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.