Kiekjes

Titel
Kiekjes

Jaar
1926

Overig
I, Jodenbreestraat-Waterlooplein

Pagina's
208



39

lang. Hij „zijt” lang. Hij kijft lang. Hij „sjtijt” lang. Z’n hijbe en lijge is lang. Z’n mijnse is lang. Z’n ijtse is lang. Z’n omijn is lang. Hij rijbt krijn lang.

Hij rijbt krijn aan den even kant van de Joden-breestraat. Z’n vrouw rijbt krijn aan den oneven kant van de Joden-breestraat. Z’n zoontje van acht jaar rijbt dan even aan den even, dan even aan den on-even kant van de Joden-breestraat. Soms zie je even, als broertje even van even naar on-even gaat, kleine zusje even van on-even naar even reppen, om te rijben. Vader huilt, moeder huilt, zusje huilt, broertje huilt. Van krijn rijbe krijg je knijp in je kijkers. Krijn rijbe is ’n mooie symboliek. Tranen in je oogen krijgen ter eere van Vrijdagavond. Is dat mooi of nee? Krijn rijbe is ’n teedere komedie. Je kunt zoo lekker eens uithuilen en als iemand je vraagt „huil je?" kun je zeggen „nee, dat is van ’t krijn rijbe". Je kunt zoo lekker tranen lachen en als iemand je vraagt „lach je?” kun je zeggen, „nee, dat is van ’t krijn rijbe.” Je kunt om niets anders huilen dan om de krijn en als iemand je vraagt „zeker is die krijn zoo scherp?” kun je zeggen „nee, ik heb te huile.” Je kunt om niet anders tranen laten loopen, dan om de krijn en als iemand je vraagt „hoe hou je ’t uit met die krijn?” kun je zeggen „nee, ik lach om heel wat anders.”

Hij rijbt krijn. Drie cent ’n toetje, vijf cent ’n toetje en ’n lepeltje toe, ’n dubbeltje ’n toet. Niemand kan zeggen „’k heb m’n gewicht niet.” Want krijn gaat op ’n lepel en de lepel gaat op’t oog en ’t oog gaat in gedachte en de gedachte is niet bij de krijn. Ratst rap de ritselende rasp. Kruipt krullend de kruimelende krijn. Tintelt troebel ’n trillende traan. Hij heeft, dank God, niet te huilen. Op Zondag loopt-ie met ’t gewwere-boek. Op Maandag loopt-ie met ’n bleeker. Op Dinsdag loopt-ie met groente. Op Woensdag loopt-ie met de bus. Op Donderdag loopt-ie met ’t Joodsche blaadje. Op Sjabbes loopt-ie naar den rebbe. Op Vrijdag staat-ie krijn te rijben. Hij heeft zooveel kinderen, als ’r dagen in de week zijn. Hij had ’r, zooveel maanden als ’r in ’n jaar zijn. Hij had er kunnen hebben, bijna zooveel uren als er op ’n dag zijn. Hij was nog geen uur zonder zorg en hij zou zich geen raad weten, als-ie geen zorg had. Zijn kinderen hebben hun kinderen en hij heeft hun zorg bij zijn zorg. Of je maar tranen in je oogen kunt krijgen, als je krijn rijbt. Maar hij huilt niet. Daarom noemde men zijn naam Izak, hij zal lachen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.