De maatschappij is één groote angst geworden. En het Jodendom doorleeft den gróótsten angst. De verwerping van hun geloof heeft den ongeloovigen niets beters gegeven. Wij hebben helaas de proef op de som. Beschaving en ontwikkeling in haar gewone opvatting hebben de wereld op haar stervenssponde gebracht. Zonder godsdienst zijn wij heelemaal van huis geraakt. Geloof in God is nog de eenige remedie om het geloof in den mensch terug te winnen en het vertrouwen te redden. De geloovigen zeiven wanhopen niet. De geloovige Jood ziet de nadering van zijn Mosjieach met onomstootbare zekerheid tegemoet. Want hij wéét, dat zijn Mosjieach het Jodendom tot een alléén-godsdienst der wereld zal maken en de Joodsche Beschaving en Ontwikkeling over heel de wereld zal inzetten!
Keeren wij terug tot de Joodsche idee der ontwikkeling.
Men begon op school met het moeielijkste deel van de Touroh, met het boek Leviticus. Dat begint met de offerwetten. ״De offers zijn rein en de kinderen zijn rein, laten de reinen zich met de reinen bezighouden!" aldus wordt dit leerplan schitterend gemotiveerd (Leviticus Rabba cap. 7). En dat het hier geen kinderen betrof van gevorderden leeftijd, blijkt wel uit de nadere verklaring van deze leermethode, dat men zulke kinderen bedoelt ״die nog heelemaal niet weten wat zonde en misdrijf is" (Tanchuma, Leviticus). Dat zijn dus heel jonge kinderen. Hoe subliem wordt daar dan ook het heele bestaan der wereld op dit leeren van deze jonge kinderen gebouwd! „Ofschoon de Tempel nu verwoest is en er dus heelemaal van geen offers meer kan sprake zijn, toch is het voor God, alsof de Tempel nog bestaat en de offers nog gebracht worden. Als kleine kinderen de offerwetten leeren, dan brengen zij nog de offers en dan blijft de wereld bestaan! (aldaar).
Hoe geestelijk en moreel verarmd moeten wij ons tegenwoordig voelen, als men dat leest! De vertaling van Vajikromet kleine kinderen! De moeielijkste leerstof van de heele Touroh! Speelwerk voor de hersens der kleine kinderen in dien tijd! Wie opperde toen iets van „te moeielijk of te inspannend voor kleine kinderen?"
1) Leviticus.
76