Het eerste onderricht is dus beschavings-onderricht. Waaronder wij derhalve niet te verstaan hebben onderricht in manieren, beleefdheids-frases en netheids-allures. Deze omgangapparaten kunnen later ook nog aangeschaft worden.
Beschavings-onderricht in Joodschen zin is het trainen in de vrees voor zonde en in de trouw aan plicht.
Wie het kind hiervoor vatbaar maakt, hoeft zich over zijn manieren niet angstig te maken. Met manieren-leeren beginnen heeft het niet denkbeeldige gevaar, dat men de natuurlijke openhartigheid en oprechtheid bij het kind verstikt. Beleefdheids-frases zijn een prachtig broeinest voor schijnheiligheid. Netheid-allures zijn de kweek voor valschheid. Laat open ziel en hartje van het kind. Laat het zijn onderbewustzijn ventileeren! Gij wilt het kind toch zoo graag ontdekken. Welnu bedek en verstek het dan niet onder een benauwende vracht van ״manieren". Laat het kind maar luchten, wat en wie het niet „luchten" kan! Laat het zijn zuchten en neigingen maar goed loozen! Het kan alleen maar goed, als je weet wat het wil. Geef het vrij lucht aan menschen en dingen. Dat kan u zelf in de eerste plaats vaak waarschuwen tegen menschen, die zich voor u met hun manieren vermommen. Zooals 'n hond ruikt, wie de vijand van zijn meester is, zoo kan het onbevangen kind ruiken, wie de vijand van zijn ouders is. Onze wijzen zeggen terecht, dat het kind een profeet is. En de volksmond zegt het na in „kinderen en narren zeggen de waarheid". Los het kind! Geef het geen gelegenheid, om zich achter mooi-doenerijen te verschuilen. Dat spaart u later voor veel teleurstellingen en verdriet, als ge te laat ontdekt wat er schuilt in uw kind. Er mag in uw kind niets schuilenW Dat hebt gij in uw macht. Zet alle uitgangen van zijn gedachten open! Grendel geen enkele deur van zijn wil door die fijnsluitende beleefdheids-formules! Daarmee maakt ge uw kind niet beschaafd, maar geraffineerd!
Ge moet eerst ten volle weten, wat het kind wil doen, om dan te zeggen: ״doe dat nietl"
Ge moet eerst ten volle weten, wat het kind niet wil doen, om dan te zeggen: ״doe dat welV'
Ruk aan met uw beschavings-hulp! Laat werken, die vrees voor zonde en die trouw aan plicht!
II