Bloemlezing uit zijn werk

OVER JOODSE OPVOEDING

HET KIND *)

Fragment

Liefde is een taak van het hart en niet van het hoofd. Wie zijn ״hoofd gaat breken" met een kind, verliest het. Wie zijn hart geeft aan het kind, wint het. En hier is wéér een alfa. Hier is het: de אמת de waarheid! Deze liefde moet waarheid zijn. Zoodra het kind de ware liefde voelt van den meester, mist het zijn ouders niet, zoolang het bij meester is, mist het zijn vrijheid niet, zoolang het op school is. Dan is meester geen vreemde, maar een vriend! En het kind is graag op school en de meester ook. En vertrouwen staat tegenover vertrou-wen. En het kind voelt geen vijandigheid meer en de meester wint aan humeur, vergroot zijn geduld, voelt geen zenuwen en groeit aan reputatie.

Ja, meester, Joodsche meester, die het moeilijker hebt dan welke andere meester ook, maar die mooier werk te doen hebt, dan welke meester ook, u zij het gezegd! Luister zelf wat gij het kind leert, als éérste woord na het ״Hoor Israël, de Eeuwige onze God is één!" Het eerste woord, dat de Touro u aangeeft, ja, hier staat het, lees! Lees het met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw vermogen!

ואהבת

T : ־ T :

״Gij moet liefhebbenWV'

Dat leert gij het kind, maar leer het éérst uzelf!

Gij moet liefhebben!

Wie?... den Euwige, uw God!! Hebt gij Hem lief, met de alfa? Met de 'emmes? Weet ge dat rein-innig zeker? Dan hebt gij dat kind lief, dat gij dit leeren moet! Dan heeft dat kind ü lief, die dit hem leert!

En, mocht gij er niet zeker van zijn of gij uw God waarachtig liefhebt, of er zeker van zijn, dat gij Hem niet lief hebt, dan zeg ik u, dan gebied ik u: begin niet met die taakl Gij komt er nóóit! Blijf af van dat kind, want gij bederft het!

*) Uit De Joodsche Jeugdkrant V, 10 tot 14.

71