Bloemlezing uit zijn werk

Dat ééne woord deed een schok door zijn lichaam gaan. Dat ééne woord... ״God!" Hoe had Pharo dat allerheiligste woord uitgesproken! Met een overtuiging, die den minsten twijfel uitsloot! ... Pharo geloofde in God,[ Ja, dat deed Jozefs hart opspringen van trots. Dat was zijn werk geweest. Ja, daarop mag een mensch trots zijn. Op niets anders dan alleen daarop! Als men iemand kan brengen tot de overtuiging in God, dan mag men overal en tegen ieder roepen: „dat heb ik gedaan, ik!"...

En toen wendde Pharo zich weer tot Jozef.

Als God u dit alles heeft geopenbaard, o Hebreër, kan er niemand op heel de wereld meer zijn wijzer en verstandiger dan gij!••■ Ik hoef niet meer te zoeken naar iemand, die mijn rijk regeeren zal! ... Gij, niemand anders dan gij zult het zijn! Gij zult mijn plaats innemen! Mijn paleis is het uwe! ... Alleen den troon blijf ik den mijne noemen, alléén den troon! Maar verder niets meer, niets! Zelfs mijn volk geef ik u over, heel mijn volk! Door uw mond zal heel mijn volk verzorgd worden. Gij zijt de vader van het vaderland. Laat mij alleen den naam van koning houden, dat is het eenige, wat ik voor mijzelf behouden wil...

* * #

Hebreër... neen, niet Hebreër meer... gij zijt onze hoogste burger! Uw naam, ik vraag niet meer naar uw Hebreeuwschen naam... Uw naam zal in de Kronieken van Egypte worden ingeschreven als ... Tso-fe-nas. Pa-nga-nei-acfj[..Tso-fe-nas Pa-nga-nei-ach\"...

En toen gebeurde er iets wonderlijk aangrijpends ...

Pharo nam den koninklijken zegelring van zijn vinger en... stak dien aan Jozefs vinger. Meer nog... hij deed zijn keten af van zijn hals en legde dien met eigen handen om Jozefs hals... meer nog... hij ontdeed zich van zijn koninklijk opperkleed en legde dit om Jozefs schouders... Toen dreigde Jozef van aandoening ineen te storten... het koningskleed om zijn schoudersW zijn jeugd, zijn eerste mooiste jeugd! toen vader hem een koningskleed had gegeven, om er droomertje mee te spelen, hij koninkje en zijn broers zijn volk... het kleed van vader! ... is God niet te goed en te groot? ... eerst dat kleed van vader, toen dat kleed van Potifar en nu dat kleed

II