Bloemlezing uit zijn werk

Titel
Bloemlezing uit zijn werk

Jaar
1951

Druk
1951

Overig
1ed 1951

Pagina's
98



en de wereld zal u zeggen! Luister, o, koning! zoek naar een wijs en bedachtzaam man, zoek den allerbeste, dien gij hebt en stel hem aan over Egypte! Er is geen gevaarlijker tijd, dan een tijd van overvloed. En aanstonds, zeg ik u, misschien morgen reeds, breekt die tijd aan, die éénig zal blijven in de geschiedenis der wereld. Tref heden nog uwe maatregelen. Ontneem den menschen het recht over hun overvloed, anders wordt ieder jaar slecht en krankzinnig van weelde. En dan kan uw land juist door den overvloed te gronde gaan. Dwing al uwe onderdanen één vijfde van hun overvloed aan u af te staan, aan uw land! Er moet geweldig en koortsachtig snel gebouwd worden. Overal, in alle steden moeten voorraads-pakhuizen gebouwd worden, om het vijfde deel van ieders koren op te bergen. Al uw slavenlegers moeten op staanden voet aan den arbeid! Een leger van bekwame opzichters moet worden aangesteld, om onder leiding van dien éénen, uw allerbesten wijze, de opbrengst van het koren te regelen. Deze onderkoning van uw land moet overal en tegenover ieder in uw land streng optreden. In uw naam moet hij van iedereen dat vijfde deel laten opeischen. In die jaren van overvloed mag er geen handel gedreven worden met dat goddelijke koren. Wat kan men met geld doen, als straks de zeven jaren van honger komen, als men voor zijn duurste geld geen brood kan koopen? O, Koning, er zal in die zeven jaren van overvloed een voorraad koren opgestapeld worden in alle steden van uw land, die niet alleen uw eigen land, maar de heele wereld zal kunnen voeden! Heil u, o Koning, voor dezen heiligen droom!" ... Een machtige ontroering ging door de troonzaal, toen Jozef uitgesproken had.

De wijzen keken hem aan met een aanbiddende bewondering. Ook Pharo kon de eerste oogenblikken geen woord zeggen. Maar zijn oogen spraken eerbied, grenzeloozen eerbied voor dezen jongen He-breër. Men kon het hem aanzien, dat Jozefs woorden heel zijn wezen in verrukking hadden gebracht. Pharo stond op. Het woord was nu aan den koning van Egypte... En men hoorde en zag wat men nog nooit gehoord en aanschouwd had.

„Hier... kom hier... Hebreër! Bestijg mijn troon en kom hier naast mij staan, ja, hier naast mij!" ...

Jozef wist niet wat hij hoorde. En ook alle wijzen keken star. Nog

II

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.