Niemand zag ook, hoe uit die oogen een paar plotseling geboren tranen vielen. Nog veel minder hoorde men de bede tot God, die uit dat smeltend hart naar de eindelooze hoogte van Gods troon opsteeg, een bede van dank en om hulp.
Pharo riep hem nader.
Jozef naderde.
En nu Pharo hem in het volle gelaat keek, ging er een lichte huivering door het hart van dezen keizer.. . was dat die Hebreër?... Neen, dat was een wezen uit een ander oord dan van deze aarde! ... Maar niet alleen van Pharo maakte zich dat sidderend gevoel meester. Ook al deze hooge Egyptenaren, die daar stonden, staarden Jozef aan met deze sprakelooze spanning, die zich van iemand meester maakt, als men voor een heilig geheim staat, dat zich aanstonds onthullen zal. En opeens voelde Jozef de verzinkende kleinheid dezer allergrootsten. Hij begreep, dat hier angst was. Hij zag, hoe starre macht gesmolten was door bangheid. En het was hem, of God hem duidelijk toefluisterde: ״je tijd is gekomen!"
״Hoor, Hebreër!" zoo verbrak Pharo de angstige stilte, ״ik heb een droom gehad vannacht, een vreeselijken droom. En niemand van al deze mannen hier, mijn hoogste wijzen, kon mij dien droom verklaren. Maar nu heb ik van u hooren vertellen, dat gij een droom slechts even behoeft te hooren, om dezen dan dadelijk te kunnen verklaren. Is dat zoo, Hebreër? ...
Jozefs oogen keken Pharo aan met de eerlijke, heilige onschuld van een knaap. Hij had zijn ziel aan God overgegeven, met de tee-derste liefde, waarmee een kind zijn heil aan vaders hart overgeeft.
״Neen, koning, dat kan ik niet!!"...
Pharo schrok van dit eerlijk, open antwoord. Duidelijke angst vloog nu over zijn gelaat. Een zacht gemompel ging door de rijen der wijzen. Maar opeens werd alles door een tooverslag weer stil. Wat deed die Hebreër daar nu opeens? ...
Plotseling hoorde men een gebed. Een kort, maar aangrijpend gebed.
״O, moge God het antwoord geven tot vrede voor PharoW'...
En bij dat woord God scheen de zaal te rillen.
Dat woord hadden ze nog nóóit gehoord! En allen voelden, dat
II