JAAPIE *)
Zijn type is typisch.
Wie hem niet kent, is öf geen Amsterdamsche Jood, öf hij is er wel een, maar een miserabel-vervelende, zoon pracht-parabel van het nog lang niet uitgestorven ras der waschechte ״goolew-agge-lers"
Ik geef dan ook alleen maar een natuurgetrouwe beschrijving van mijn ״persona dramatis" voor u, arme onbevoorrechte niet-Groot-Mokummers.
Zijn naam is in het register van het Amsterdamsche geheugen geboekt als ״Jaapie-Schapedief".
Ik bezweer u, mijne alles-geloovigen, o zonen en dochters van klein-Jeruzalem, ik bezweer u bij de schapen op de heide en de lammeren, op het veld, dat ik ieder oogenblik, zelfs in het holst van den nacht, bereid ben, om als pleiter ״pro deo" voor Jaapie op te treden; dan zal ik u, rechtend publiek en publieke onrechtdoeners, van 2ijn onschuld overtuigen en tot vrijspraak concludeeren.
Neen, bij Mercurius, Jaapie is geen dief, mijn arm schaap, evenmin een vadermoordenaar of iemand, die op Tisje bov1) schaatsen heeft gereden of iederen morgen Prins Hendrik moet porren, om naar de groentemarkt te gaan.
Zijn naam is slechts een schuilnaam, een ״nom de rue", een leugen. O, wereld van draaibewegingen, wat zijt ge een rarekiek. Menigeen verdient een naam, dien hij niet heeft, deze hier, mijn cliënt, heeft een naam, dien hij niet verdient. Ge draait komiek, men-schenbol!
Goeie morrrrrrrrgen, mijnherrrrrrrr, massel en brrrrrrooge!"
Krom-klein trippel-manneke. Op zijn schaarsch-bebaard kopje is een petje gegroeid, vast-geworteld, dat hij zelden afneemt, maar al
II
1 ) Treur- en vastendag van den 9e Ab, ongeveer begin Augustus.